184 zoekresultaten

Sorteren op: Datum / Relevantie

Integraal inkomens- en vermogensonderzoek

Wat behelst het onderzoek Doel Een beeld geven van de samenstelling en verdeling van het inkomen en vermogen van personen en huishoudens in Nederland. Doelpopulatie Bevolking van Nederland in particuliere huishoudens op 1 januari van een onderzoeksjaar. Statistische eenheid Personen en huishoudens. Aanvang onderzoek 2011. Frequentie Jaarlijks. Publicatiestrategie In het laatste kwartaal na afloop van elk onderzoeksjaar komen voorlopige gegevens beschikbaar. Een jaar later worden deze vervangen door definitieve gegevens. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Het onderzoek gebeurt op basis van integrale registraties. Waarnemingsmethode Koppeling, integratie en bewerking van diverse registraties. Berichtgevers Belastingdienst, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Basisregistratie Personen. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid Vanwege integrale waarneming is er geen sprake van steekproefmarges. Registraties zijn echter niet feilloos. In beperkte mate is er sprake van beperkingen met betrekking tot de tijdigheid, volledigheid en juistheid van gegevens. Met name in voorlopige uitkomsten wordt er daarom voor een deel van de populatie aanvullend gebruikgemaakt van informatie uit het verleden en schattingen op basis van gerelateerde indicatoren. Voor een klein deel van de huishoudens (minder dan 1 procent) worden geen data gevonden; deze huishoudens worden bij publicaties buiten de onderzoekspopulatie gelaten. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid De huidige reeks geeft in de tijd vergelijkbare resultaten vanaf 2011. Wegens verschillen in wijze van samenstelling zijn de uitkomsten van het Integrale Inkomens- en Vermogensonderzoek (IIV) niet geheel vergelijkbaar met uitkomsten van de eerdere reeksen tot en met 2014. Bij vergelijking in de tijd moet verder rekening gehouden worden met wijzigingen, waaronder: Door de verbeterde waarneming van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking) treedt met ingang van 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal particuliere eenpersoonshuishoudens. Circa 35 duizend personen die voorheen als zelfstandig wonend in een eenpersoonshuishouden getypeerd waren, maken vanaf 2014 deel uit van de institutionele bevolking. Meer informatie Voor meer gedetailleerde beschrijving van het vermogensonderzoek wordt verwezen naar de onderstaande publicaties.

11-04-2018 | 17:04

Achterstandsleerlingen

Leerling in het reguliere basisonderwijs die volgens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap behoort tot een achterstandscategorie. Op grond daarvan krijgen basisscholen extra financiële middelen toegewezen. Bij het vaststellen van de financiële vergoeding van een basisschool houdt de overheid rekening met de achtergrond van de leerlingen. Om de hoogte van de vergoeding te bepalen wordt eerst aan alle leerlingen in het basisonderwijs een gewicht van 1 toegekend. Vervolgens krijgen achterstandsleerlingen een extra gewicht. Voor hen is de vergoeding dus hoger. Vanaf het schooljaar 2006/'07 wordt er stapsgewijs een nieuwe gewichtenregeling ingevoerd. In deze nieuwe regeling van het Ministerie van OCW wordt gewerkt met twee gewichten, 0.30 en 1.20: •    0.30 voor leerlingen waarvan beide ouders maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan óf waarvan beide ouders maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs hebben gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool;  •    1.20 voor leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd óf het lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft doorlopen óf maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs heeft gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. De nieuwe regeling wordt in vier jaar ingevoerd. Elk jaar wordt naast de nieuwe instroom ook een nieuwe leeftijdsgroep van de zittende leerlingen volgens de nieuwe systematiek geteld. Tot en met het schooljaar 2008/'09 bestaan de oude en nieuwe gewichtenregeling daardoor naast elkaar. In het schooljaar 2006/'07 zijn de nieuwe leerlingen van 4 jaar en de zittende leerlingen van 5 jaar volgens de nieuwe gewichtenregeling geteld. In schooljaar 2007/'08 vallen de nieuwe 4-jarigen en de zittende leerlingen van 5-7 jaar onder de nieuwe regeling. In het schooljaar 2008/'09 geldt dit voor de nieuwe 4-jarigen en de zittende leerlingen van 5-9 jaar. Vanaf het schooljaar 2009/'10 vallen alle leerlingen onder de nieuwe regeling. In de Landelijke Jeugdmonitor is alleen de nieuwe gewichtenregeling opgenomen. Meer cijfers over dit onderwerp staan op Jeugdmonitor StatLine 

11-04-2018 | 14:04