808 zoekresultaten

Sorteren op: Datum / Relevantie

Verdachten van misdrijven

Doel Inzicht geven in de omvang en ontwikkeling van het aantal door de politie gehoorde verdachten van misdrijven. Daarnaast worden verschillende kenmerken van de verdachten beschreven. Doelpopulatie Alle gehoorde verdachten van misdrijven tegen wie proces-verbaal van aanhouding is opgemaakt. Soort onderzoek Integrale waarneming Statistische eenheid Aantal verdachten van misdrijven en het aantal verdachten per 10 000 inwoners. Aanvang onderzoek De cijfers over geregistreerde verdachten worden gepubliceerd vanaf verslagjaar 2005, over aangehouden verdachten vanaf 1999. Frequentie Jaarlijks Verslagperiode Jaar Waarnemingsmethode De gegevens over geregistreerde verdachten komen uit de landelijke politiedatabank 'Geïntegreerde Interactieve Databank voor Strategische bedrijfsinformatie' (GIDS). Een nadere beschrijving over data uit GIDS is te vinden in het onderzoek geregistreerde criminaliteit. De gegevens over aangehouden verdachten komen uit het landelijke bestand van de politie met verdachtengegevens. Het landelijke bestand met verdachtengegevens wordt samengesteld uit de 27 regionale Herkenningsdienstsystemen (HKS) die sinds 1986 door de politie worden gebruikt om gegevens over verdachten te registreren. Jaarlijks vindt bij de politieregio's en de Koninklijke Marechaussee een extractie uit het HKS plaats. De HKS-gegevens worden door het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) opgeschoond en technisch bewerkt. Deze gegevens worden door het CBS met terugwerkende kracht verwerkt. Het HKS bevat zowel de aangiftegegevens van misdrijven als de persoonsgegevens van de verdachten daarvan. Tegen een verdachte kunnen in een jaar een of meerdere processen-verbaal zijn opgemaakt en per proces-verbaal kunnen meerdere delicten voorkomen. Opgenomen worden personen tegen wie als verdachte een proces-verbaal is opgemaakt. Het HKS bevat informatie over het delict, maar ook over persoonskenmerken van de verdachte zoals geboortedatum, geslacht, geboorteland en nationaliteit. Aan de hand van deze kenmerken koppelt het CBS de gegevens uit het HKS aan gegevens in het Sociaal Statistisch bestand. Vanwege het onthullingsrisico worden op StatLine aantallen afgerond op tientallen en worden alleen gegevens over verdachten gepubliceerd als de desbetreffende bevolkingsgroep groter is dan 50 Wat is de kwaliteit van de uitkomsten? Het HKS levert geen compleet beeld van de criminaliteit in Nederland. De gegevens van de bijzondere opsporingsdiensten (FIOD-ECD, douane) zijn vaak niet opgenomen in het HKS. Diverse typen misdrijven, zoals economische delicten, milieudelicten of uitkeringsfraude, zijn hierdoor ondervertegenwoordigd in het HKS. Verder ontbreken de zogenaamde Halt-afdoeningen. Daarnaast betreffen de gegevens verdachten en geen veroordeelden. Wel is het zo dat naar schatting meer dan 90% van de verdachten een transactie aangeboden krijgt door het OM of in een later stadium schuldig wordt verklaard door de rechter. Ongeveer 90 procent van de geregistreerde verdachten in het HKS kan worden gekoppeld aan het Sociaal Statistisch Bestand. Verdachten worden soms niet teruggevonden in het SSB wanneer hun persoonsgegevens onvolledig of onjuist staan geregistreerd of wanneer het verdachten betreft die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie, bijvoorbeeld wanneer het om buitenlandse verdachten gaat die in Nederland gehoord zijn. De verdachten die niet aan het SSB gekoppeld zijn zijn wel opgenomen in de StatLinetabellen, maar de persoonsgegevens van deze verdachten zijn onbekend.

20-12-2024 | 13:12

Hoger onderwijs

Wat behelst het onderzoek Doel De statistiek over hoger onderwijs (ho) geeft informatie over ingeschrevenen en gediplomeerden in het ho. Gediplomeerden kunnen onderscheiden worden naar geslacht en migratieachtergrond, ingeschrevenen kunnen daarnaast onderscheiden worden naar vooropleiding, internationale student (wel/niet) en verblijfsjaar (eerstejaars- en ouderejaarsstudent). Kenmerken van de inschrijving waar informatie over geboden wordt zijn onderwijssoort (hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo)), studierichting, opleidingsvorm en opleidingsfase. Ook diploma’s kunnen onderscheiden worden naar onderwijssoort, studierichting en opleidingsvorm en daarnaast naar soort diploma. Doelpopulatie Alle ingeschrevenen en gediplomeerden in het door de overheid bekostigde hoger onderwijs. Vanaf studiejaar 2012/’13 bevat de doelpopulatie gediplomeerden ook de theologische universiteiten, de Universiteit voor Humanistiek en de Transnationale Universiteit Limburg. Aan de populatie ingeschrevenen zijn de theologische universiteiten en de Universiteit voor Humanistiek in studiejaar 2015/’16 toegevoegd en is de Transnationale Universiteit Limburg vanaf studiejaar 2016/'17 meegenomen. Statistische eenheid Personen. Aanvang onderzoek Over ingeschrevenen is op StatLine informatie beschikbaar vanaf studiejaar 2000/’01 en over gediplomeerden is informatie beschikbaar vanaf 2002/’03. Frequentie Jaarlijks. Publicatiestrategie In het eerste kwartaal van het kalenderjaar worden voorlopige cijfers van het nieuwe studiejaar toegevoegd aan de bestaande StatLine-tabellen. In het tweede kwartaal van het kalenderjaar worden de voorlopige cijfers van het voorgaande studiejaar vervangen door definitieve cijfers. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Beschrijvend onderzoek op basis van registerinformatie. Waarnemingsmethode Gegevens over inschrijvingen in het ho en over ho-diploma's zijn afkomstig uit het ééncijferbestand hoger onderwijs dat het CBS ontvangt van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit bestand wordt gebruikt om te bepalen welke personen op 1 oktober van een gegeven studiejaar een inschrijving in het ho hebben. Ook biedt dit bestand informatie over behaalde ho-diploma’s. Berichtgevers Verplichte elektronische gegevensverstrekkingen door onderwijsinstellingen die zijn bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en – t/m 2018 - het Ministerie van Economische Zaken (EZ) vormen de basis van het ééncijferbestand hoger onderwijs dat CBS jaarlijks van DUO ontvangt. DUO verrijkt dit bestand met een aantal gecoördineerde afleidingen (variabelen) die afgesproken zijn in de werkgroep Eéncijfer Hoger Onderwijs. In deze werkgroep zijn het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, DUO, de Inspectie van het Onderwijs, de Vereniging van Universiteiten, de Vereniging Hogescholen en het CBS vertegenwoordigd. De persoonsgegevens zijn afkomstig uit het Sociaal Statistisch Bestand. De indeling van opleidingen in studierichtingen wordt door het CBS verzorgd aan de hand van de International Standard Classification of Education (ISCED). Steekproefomvang Niet van toepassing. Controle- en correctiemethoden DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers ontvangt op volledigheid en consistentie en brengt zo nodig in overleg met hen verbeteringen aan in het bronbestand. Bij het samenstellen van het ééncijferbestand voert DUO diverse controles uit. Deze controles zijn besproken in de werkgroep Eéncijfer Hoger Onderwijs. Voordat het ééncijferbestand hoger onderwijs formeel wordt goedgekeurd worden door alle leden van de werkgroep Eéncijfer Hoger Onderwijs afzonderlijk controles uitgevoerd op dit bestand. Weging Niet van toepassing. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid De voorlopige cijfers geven doorgaans een kleine onderschatting van het aantal ingeschrevenen en gediplomeerden als gevolg van latere leveringen van gegevens aan DUO. De definitieve cijfers kunnen soms licht afwijken van cijfers die DUO zelf publiceert. Dit komt doordat DUO incidenteel verbeteringen in oudere jaren doorvoert, waar het CBS definitieve cijfers niet meer aanpast. Afwijkingen tussen CBS en DUO zijn groter voor internationale studenten. De reden hiervoor is dat DUO bij de bepaling van internationale studenten uitgaat van de meest recente nationaliteit van een student, zoals bekend bij DUO, terwijl het CBS kijkt naar de nationaliteit van de student op 1 oktober van het betreffende studiejaar. Studenten die in de loop van de tijd de Nederlandse nationaliteit krijgen, veranderen daarmee bij DUO van internationale student naar niet-internationale student voor alle jaren waarin ze ingeschreven staan. Bij het CBS vindt die wijziging pas plaats in het jaar dat de student daadwerkelijk de Nederlandse nationaliteit krijgt. Dit betekent dat de verschillen tussen het CBS en DUO wat betreft het aantal internationale studenten steeds groter wordt naarmate men verder terug gaat in de tijd. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid Bij het volgtijdelijk vergelijken van de cijfers moet er rekening gehouden worden met een aantal zaken: (1) de invoering van het bachelor-masterstelsel, (2) de invoering van de tweejarige associate degree opleiding in het hbo in studiejaar 2006/’07 en (3) clusteringen en splitsingen van studies van jaar op jaar waardoor cijfers over studierichtingen minder goed vergelijkbaar zijn over tijd. Na invoering van het bachelor-masterstelsel in het studiejaar 2002/’03 is in het hbo aan iedereen een bachelordiploma uitgereikt, ongeacht of de gediplomeerde een opleiding ‘oude stijl’ of een bacheloropleiding met succes had afgerond. In het wo, daarentegen, zijn doctoraaldiploma’s geleidelijk vervangen door bachelor- en masterdiploma’s. Hierdoor is het aantal diploma’s in het wo niet goed vergelijkbaar in de tijd. Het aantal inschrijvingen is wel vergelijkbaar in de tijd, omdat studenten per onderwijssoort (hbo of wo) maar een keer meetellen. Beschrijving kwaliteitsstrategie Het door DUO geleverde bestand wordt na binnenkomst nogmaals door specialisten van het CBS gecontroleerd. Zo nodig worden in onderling overleg alsnog verbeteringen in het bronbestand aangebracht.

20-12-2024 | 13:12

Middelbaar beroepsonderwijs; studenten en geslaagden

Wat behelst het onderzoek Doel Informatie geven over het aantal studenten en gediplomeerden aan het mbo, onderscheiden naar leerweg, niveau en studierichting en naar geslacht, herkomstgroepering en woonregio. Doelpopulatie Studenten en gediplomeerden aan het door de overheid bekostigde middelbaar beroepsonderwijs, zoals regionale opleidingscentra (ROC’s), agrarische opleidingscentra (AOC’s) of vakscholen. Statistische eenheid Personen Aanvang onderzoek De eerste cijfers betreffen studiejaar 2005/’06. Frequentie Jaarlijks Publicatiestrategie In het eerste kwartaal van het kalenderjaar worden voorlopige cijfers van het nieuwe studiejaar toegevoegd aan de bestaande StatLine-tabellen. In het tweede kwartaal van het kalenderjaar worden de voorlopige cijfers van het voorgaande studiejaar vervangen door definitieve cijfers. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Registerinformatie op persoonsniveau. Waarnemingsmethode Het aantal studenten wordt geteld op één peilmoment aan het begin van een studiejaar, namelijk 1 oktober. De gediplomeerden worden geteld over de periode van een studiejaar. De cijfers zijn gebaseerd op het Register Onderwijsdeelnemers (ROD). ROD bevat informatie op persoonsniveau over studenten en gediplomeerden in het bekostigde onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verzamelt de gegevens van de verschillende instellingen en beheert het register. Vervolgens bewerkt DUO deze gegevens tot ééncijferbestanden volgens met het CBS en andere gebruikers vastgestelde afleidingen. In de ééncijferbestanden is onder andere van elke student de hoofdinschrijving en van elke geslaagde het hoofddiploma voor het studiejaar aangegeven. Het CBS gebruikt de ééncijferbestanden om het aantal studenten en gediplomeerden te bepalen. Omdat in ROD ook het burger servicenummer (BSN) van de studenten en gediplomeerden is opgenomen, kan het CBS deze koppelen met andere registers op persoonsniveau, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). In de tabellen is dan ook informatie opgenomen uit de GBA over geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en woonregio van de studenten en gediplomeerden aan het mbo. Berichtgevers Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Steekproefomvang Niet van toepassing. Controle- en correctiemethoden DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers (instellingen) ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zo nodig in overleg met hen verbeteringen aan in de bestanden. De aan het CBS geleverde bestanden worden na binnenkomst nogmaals door een specialist van het CBS gecontroleerd. Zo nodig worden in overleg met DUO alsnog verbeteringen in de bestanden aangebracht. Weging Niet van toepassing. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid De definitieve cijfers geven een goed beeld van het werkelijke aantal studenten en gediplomeerden aan de door de overheid bekostigde mbo-instellingen. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid De verschillen tussen de voorlopige ten opzichten van de definitieve cijfers zijn over het algemeen klein. Vergelijkbaarheid tussen de verschillende studiejaren wordt actief in stand gehouden; waar nodig worden cijfers teruggelegd bij nieuwe indelingen. Beschrijving kwaliteitsstrategie Zie controle- en correctiemethoden.

20-12-2024 | 13:12