808 zoekresultaten

Sorteren op: Datum / Relevantie

Voortgezet onderwijs; leerlingen, examenkandidaten en gediplomeerden

Wat behelst het onderzoek Doel Informatie geven over het aantal leerlingen, examenkandidaten en gediplomeerden in het voortgezet onderwijs (vo), onderscheiden naar onderwijssoort, herkomstgroepering en geslacht. Aanvullend heeft elke tabel zijn eigen specificatie: gedetailleerde onderwijssoorten, leeftijd, gedetailleerde herkomstgroepering en generatie of woon- en schoolregio. Doelpopulatie Leerlingen en examenkandidaten in het voltijd voortgezet onderwijs dat door de overheid wordt bekostigd. Statistische eenheid Personen. Aanvang onderzoek De eerste cijfers betreffen schooljaar 2003/’04 (leerlingen) en 2005/’06 (examenkandidaten en gediplomeerden). Frequentie Jaarlijks. Publicatiestrategie Eén keer per jaar wordt de tabel vernieuwd. De voorlopige cijfers van een nieuw schooljaar worden toegevoegd. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorafgaande schooljaar vervangen door definitieve cijfers. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Voor de leerlingen is vanaf het schooljaar 2003/'04 voor het voortgezet onderwijs dat wordt bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gebruik gemaakt van registerinformatie op persoonsniveau (met uitzondering van het praktijkonderwijs). Vanaf schooljaar 2005/’06 zijn tevens de leerlingen die worden bekostigd door het Ministerie van Economische Zaken (EZ) opgenomen in de registers op persoonsniveau (dit zijn de vmbo-afdelingen van de Agrarische Opleidingscentra). Vanaf het schooljaar 2007/’08 geldt dit ook voor leerlingen in het praktijkonderwijs. Waarnemingsmethode De cijfers zijn gebaseerd op het basisregister onderwijsnummer (BRON). BRON bevat informatie op persoonsniveau over leerlingen en examenresultaten in het bekostigde onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verzamelt de gegevens van de verschillende instellingen en beheert het register. Vervolgens bewerkt DUO deze gegevens tot ééncijferbestanden volgens met het CBS en andere gebruikers vastgestelde afleidingen. Het CBS gebruikt deze ééncijferbestanden om het aantal leerlingen en geslaagden te bepalen. Omdat in BRON ook het burgerservicenummer (BSN) van de deelnemers en geslaagden is opgenomen, kan het CBS deze koppelen met andere registers op persoonsniveau, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). In de tabellen is dan ook informatie opgenomen uit de GBA over geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en woonregio van de leerlingen en geslaagden in het vo. Berichtgevers Tot en met 2005/’06: DUO en het toenmalige Ministerie van LNV. Vanaf 2006/’07: DUO (BRON- en ééncijferbestanden). Steekproefomvang Niet van toepassing. Controle- en correctiemethoden DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers (instellingen) ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zonodig in overleg met hen verbeteringen aan in de bestanden. De aan het CBS geleverde bestanden worden na binnenkomst nogmaals door een specialist van het CBS gecontroleerd. Zonodig worden in overleg met DUO alsnog verbeteringen in de bestanden aangebracht. Weging Niet van toepassing. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid De voorlopige cijfers wijken doorgaans minder dan 2 procent af van de definitieve cijfers. De definitieve cijfers geven een juist beeld van de werkelijkheid. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid De cijfers over leerlingen, examenkandidaten en gediplomeerden zijn vergelijkbaar in de tijd. Beschrijving kwaliteitsstrategie Zie controle- en correctiemethoden.

20-12-2024 | 13:12

Primair onderwijs

Wat behelst het onderzoek Doel De statistieken over het primair onderwijs geven informatie over het aantal leerlingen in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en op speciale scholen, naar enkele kenmerken van de doelpopulatie. Het speciaal basisonderwijs is bestemd voor kinderen die meer hulp nodig hebben bij de opvoeding en het leren, dan het basisonderwijs kan bieden. De speciale scholen geven basis- en voortgezet onderwijs aan zeer moeilijk lerende of opvoedbare kinderen, lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte kinderen en langdurig zieke kinderen. Doelpopulatie Alle leerlingen in het door de overheid bekostigde basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en op speciale scholen. Statistische eenheid Leerlingen, cumi-leerlingen en achterstandsleerlingen. Cumi-leerlingen behoren tot een culturele minderheid (tot schooljaar 2010/'11 beschikbaar). Achterstandsleerlingen zijn leerlingen die volgens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) tot een achterstandscategorie behoren en voor wie de scholen extra financiële middelen kunnen krijgen. Aanvang onderzoek In StatLine wordt vanaf schooljaar 2011/12 voor alle drie de vormen van primair onderwijs een tijdreeks gepubliceerd met gegevens over herkomst, achterstandsleerlingen, clusters en woonregio. Daarnaast wordt vanaf schooljaar 2000/01 voor alle drie de vormen van primair onderwijs een tijdreeks gepubliceerd met gegevens over leeftijd en schoolregio. In StatLine werd vanaf het schooljaar 1991/’92 tot en met schooljaar 2013/14 voor alle drie de vormen van primair onderwijs een tijdreeks gepubliceerd met gegeven over cumi-leerlingen, achterstandsleerlingen, leeftijd, en handicapsoort. Deze tabellen zijn stopgezet. Frequentie Jaarlijks. Publicatiestrategie Zodra over een nieuw schooljaar voorlopige of definitieve cijfers beschikbaar zijn, worden deze toegevoegd aan de bestaande StatLine-tabellen. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Voor de leerlingen wordt vanaf het schooljaar 2010/'11 voor het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en onderwijs op de speciale scholen, dat wordt bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), gebruik gemaakt van registerinformatie op persoonsniveau. Tot 2010/11 werd gebruik gemaakt van een geaggregeerde telling op schoolniveau van het aantal leerlingen in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en op de speciale scholen bij de door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bekostigde instellingen voor primair onderwijs. Waarnemingsmethode De cijfers zijn gebaseerd op het basisregister onderwijsnummer (BRON). BRON bevat informatie op persoonsniveau over leerlingen en examenresultaten in het bekostigde onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verzamelt de gegevens van de verschillende instellingen en beheert het register. Vervolgens bewerkt DUO deze gegevens tot ééncijferbestanden volgens met het CBS en andere gebruikers vastgestelde afleidingen. Het CBS gebruikt deze ééncijferbestanden om het aantal leerlingen te bepalen. Omdat in BRON ook het Burgerservicenummer (BSN) van de deelnemers en geslaagden is opgenomen, kan het CBS deze koppelen met andere registers op persoonsniveau, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en vanaf 2014 de Basisregistratie Personen (BRP). In de tabellen is dan ook informatie opgenomen uit de GBA en BRP over geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en woonregio van de leerlingen. Berichtgevers Het CBS ontvangt bestanden van DUO met de door haar verzamelde gegevens over het primair onderwijs. Steekproefomvang Niet van toepassing. Controle- en correctiemethoden DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers (instellingen) ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zo nodig in overleg met hen verbeteringen aan in de bestanden. De aan het CBS geleverde bestanden worden na binnenkomst nogmaals door een specialist van het CBS gecontroleerd. Zo nodig worden in overleg met DUO alsnog verbeteringen in de bestanden aangebracht. Weging Niet van toepassing. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid De voorlopige cijfers wijken doorgaans minder dan 2 procent af van de definitieve cijfers. De definitieve cijfers geven een juist beeld van de werkelijkheid. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid De cijfers over leerlingen zijn goed vergelijkbaar in de tijd. In schooljaar 2014/15 is het passend onderwijs ingevoerd. Vanaf dat jaar worden leerlingen op speciale scholen uitsluitend naar cluster in plaats van naar cluster en handicapsoort weergegeven. Met ingang van schooljaar 2010/'11 worden cumi-leerlingen niet meer apart geregistreerd voor de bekostiging en zijn dan ook niet meer beschikbaar. Vanaf het schooljaar 2006/'07 is stapsgewijs een nieuwe gewichtenregeling ingevoerd. Het criterium om een basisschool al of niet extra middelen toe te wijzen is sindsdien het opleidingsniveau van de ouder(s). Hiermee vervielen de 'oude' criteria van etniciteit en beroep. Beschrijving kwaliteitsstrategie Zie controle- en correctiemethoden.

20-12-2024 | 13:12

Perinatale en zuigelingensterfte

Wat behelst het onderzoek Doel Het samenstellen van cijfers over perinatale- en zuigelingensterfte bij kinderen van moeders die in de Basisregistratie Personen (BRP) staan ingeschreven. Doelpopulatie Alle kinderen geboren na een zwangerschapsduur van 22 weken of meer, waarvan de moeder op moment van geboorte van het kind ingeschreven was in de BRP. Statistische eenheid Aantal sterfgevallen onder geborenen. Aanvang onderzoek Er zijn cijfers beschikbaar vanaf 2004. Frequentie Jaarlijks. Publicatiestrategie Jaarlijks worden cijfers gepubliceerd in diverse StatLine-tabellen. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Combinatie van gegevens van registraties: de gegevens van zijn gekoppeld aan de gegevens van de BRP en het doodgeborenenbestand van CBS. Waarnemingsmethode De gegevens van Perined worden vastgelegd door de vijf beroepsgroepen die bij de zorg rondom de geboorte betrokken (kunnen) zijn: verloskundigen, verloskundig actieve huisartsen, gynaecologen, kinderartsen en pathologen. Zowel de bestanden met Perinedgegevens als de BRP worden elektronisch aan CBS geleverd. Gegevens over doodgeborenen worden per formulier naar CBS gestuurd. Berichtgevers Perined is in september 2015 opgericht als fusieorganisatie van PAN (Perinatale Audit Nederland) en PRN (Perinatale Registratie Nederland). Perined heeft tot doel om de kwaliteit van de perinatale zorgverlening in Nederland te vergroten. In Perined werken de beroepsorganisaties, die zich bezighouden met de geboortezorg samen: KNOV (Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen), LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging) waaronder ook de verloskundig actieve huisartsen (verenigd in de VVAH), NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie), NVK (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde) en NVVP (Nederlandse Vereniging voor Pathologie). Gemeenten in Nederland leveren de gegevens van doodgeborenen en gegevens uit de BRP aan CBS. Steekproefomvang Geen steekproef. De CBS-gegevens betreffen een integrale registratie van alle geboren kinderen. De dekking van Perinedgegevens is circa 95 procent. Een aantal eerstelijnspraktijken (verloskundigen en huisartsen) ontbreekt in de registratie. Controle- en correctiemethoden De gekoppelde gegevens van Perined en BRP zijn beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. Weging Omdat niet alle kinderen uit de BRP en het doodgeborenenbestand gekoppeld konden worden aan de gegevens van Perined en om toch voor de totale populatie de achtergrondkenmerken uit de Perinedregistratie weer te kunnen geven, zijn er weegfactoren berekend. Hierbij zijn de aantallen overleden kinderen uit de BRP en doodgeborenenbestand gebruikt voor de randtotalen. De weegfactoren houden rekening met de leeftijd van de moeder, land van herkomst, provincie, geslacht van het kind, geboortemaand, meerlingzwangerschap en de verhouding tussen de eerste- en tweedelijns geboorte. De aanname bij deze weging is dat de uitkomsten (sterfte naar geboortegewicht en zwangerschapsduur) bij de verleende eerstelijns zorg door huisartsen en door de niet aan Perined deelnemende verloskundigen gelijk zijn aan die bij de verleende eerstelijns zorg door verloskundigen die wel aan Perined deelnemen. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid Het betreft een integrale registratie van de sterftegegevens. De sterftegegevens van beide gegevensbronnen zijn met elkaar vergeleken. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid De uitkomsten zijn van jaar op jaar met elkaar te vergelijken. Beschrijving kwaliteitsstrategie Uitkomsten van statistisch onderzoek worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel aanpassing, akkoord zijn bevonden. Om de plausibiliteit van de uitkomsten vast te stellen zijn de volgende controles uitgevoerd: • Tijdreekscontrole (consistentie in de tijd); • Kengetallenanalyse (verhouding tussen variabelen); • Confrontatie met uitkomsten uit andere bronnen

20-12-2024 | 13:12