184 zoekresultaten

Sorteren op: Datum / Relevantie

Scholierenonderzoek Jeugdmonitor Caribisch Nederland (CNJM)

Wat behelst het onderzoek Doel Informatie verzamelen over de leefsituatie van jongeren op Bonaire, Saba en Sint Eustatius (Caribisch Nederland). Doelpopulatie Scholieren in het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) die op 30 september van het verslagjaar jonger waren dan 18 jaar en op het moment van het ontvangen van de leerlingenlijsten door het CBS bij de scholen stonden ingeschreven. Statistische eenheid Personen. Aanvang onderzoek Het onderzoek is in 2020 voor het eerst uitgevoerd. Frequentie Vierjaarlijks. Het onderzoek is in 2020 en 2024 uitgevoerd. Publicatiestrategie De gegevens die gepubliceerd worden, worden gepresenteerd als jaarcijfer van het jaar waarin het onderzoek is uitgevoerd. De gepubliceerde jaarcijfers zijn definitieve cijfers.   Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Leerlingenlijsten die door de scholen werden aangeleverd zijn omgevormd tot een populatiekader. Vervolgens is dit kader gereduceerd tot een steekproefkader, door alleen leerlingen die tot de doelpopulatie behoren te selecteren. Deze jongeren zijn vervolgens integraal benaderd. Waarnemingsmethode Er is een elektronische webenquête ontwikkeld door het CBS, die door de leerlingen op school via internet kon worden ingevuld. De vragenlijst was in vier talen beschikbaar: Nederlands, Engels, Spaans en Papiamento. Berichtgevers Personen. Steekproefomvang De leerlingen worden integraal waargenomen. In totaal zijn in 2024 1.931 scholieren benaderd, waarvan 1.600 op Bonaire, 112 op Saba en 219 op Sint Eustatius. Controle- en correctiemethoden Voor dit onderzoek wordt de gebruikelijke plausibiliteitscontrole uitgevoerd, waarbij op interne consistenties en volledigheid wordt gecontroleerd. Wat plausibiliteit betreft wordt waar mogelijk vergeleken met gegevens uit eerdere CNJM onderzoeken en indien beschikbaar andere relevante onderzoeken. Weging Op Saba en Sint Eustatius was de respons niet selectief naar de kenmerken leeftijd en geslacht. Daarom kreeg op elk eiland iedereen hetzelfde gewicht, nl. populatietotaal van het eiland gedeeld door het responstotaal van het eiland. Voor Bonaire is wel een weegmodel ontwikkeld waarbij gewogen is naar geslacht en leeftijd. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid Bij de interpretatie van de uitkomsten moet men er rekening mee houden dat de uitkomsten van het scholierenonderzoek een onnauwkeurigheidsmarge hebben. De grootte daarvan is mede afhankelijk van het aantal personen in de onderscheiden categorieën waar de uitkomsten betrekking op hebben. Met behulp van standaardfouten kunnen betrouwbaarheidsmarges rond de cijfers worden bepaald. In de StatLine-tabellen zijn de onder- en bovengrens van het 95%-betrouwbaarheidsinterval weergeven. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid Een deel van de informatie op basis van CNJM 2024 is vergelijkbaar met de informatie op basis van CNJM 2020.  Door wijzigingen in de vragenlijst geldt dat echter niet voor alle informatie.   Beschrijving kwaliteitsstrategie Om een goede respons te garanderen zijn scholen benaderd om hun medewerking te verlenen aan het onderzoek. De scholen hebben daarbij een instructie ontvangen voor de afname van de vragenlijst. Daarnaast zijn de scholieren en de ouders van de scholieren voor de start van het veldwerk met een brief geïnformeerd over het onderzoek.

14-05-2025 | 10:05

Hoger onderwijs

Wat behelst het onderzoek Doel De statistiek over hoger onderwijs (ho) geeft informatie over ingeschrevenen en gediplomeerden in het ho. Gediplomeerden kunnen onderscheiden worden naar geslacht en migratieachtergrond, ingeschrevenen kunnen daarnaast onderscheiden worden naar vooropleiding, internationale student (wel/niet) en verblijfsjaar (eerstejaars- en ouderejaarsstudent). Kenmerken van de inschrijving waar informatie over geboden wordt zijn onderwijssoort (hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo)), studierichting, opleidingsvorm en opleidingsfase. Ook diploma’s kunnen onderscheiden worden naar onderwijssoort, studierichting en opleidingsvorm en daarnaast naar soort diploma. Doelpopulatie Alle ingeschrevenen en gediplomeerden in het door de overheid bekostigde hoger onderwijs. Vanaf studiejaar 2012/’13 bevat de doelpopulatie gediplomeerden ook de theologische universiteiten, de Universiteit voor Humanistiek en de Transnationale Universiteit Limburg. Aan de populatie ingeschrevenen zijn de theologische universiteiten en de Universiteit voor Humanistiek in studiejaar 2015/’16 toegevoegd en is de Transnationale Universiteit Limburg vanaf studiejaar 2016/'17 meegenomen. Statistische eenheid Personen. Aanvang onderzoek Over ingeschrevenen is op StatLine informatie beschikbaar vanaf studiejaar 2000/’01 en over gediplomeerden is informatie beschikbaar vanaf 2002/’03. Frequentie Jaarlijks. Publicatiestrategie In het eerste kwartaal van het kalenderjaar worden voorlopige cijfers van het nieuwe studiejaar toegevoegd aan de bestaande StatLine-tabellen. In het tweede kwartaal van het kalenderjaar worden de voorlopige cijfers van het voorgaande studiejaar vervangen door definitieve cijfers. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Beschrijvend onderzoek op basis van registerinformatie. Waarnemingsmethode Gegevens over inschrijvingen in het ho en over ho-diploma's zijn afkomstig uit het ééncijferbestand hoger onderwijs dat het CBS ontvangt van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit bestand wordt gebruikt om te bepalen welke personen op 1 oktober van een gegeven studiejaar een inschrijving in het ho hebben. Ook biedt dit bestand informatie over behaalde ho-diploma’s. Berichtgevers Verplichte elektronische gegevensverstrekkingen door onderwijsinstellingen die zijn bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en – t/m 2018 - het Ministerie van Economische Zaken (EZ) vormen de basis van het ééncijferbestand hoger onderwijs dat CBS jaarlijks van DUO ontvangt. DUO verrijkt dit bestand met een aantal gecoördineerde afleidingen (variabelen) die afgesproken zijn in de werkgroep Eéncijfer Hoger Onderwijs. In deze werkgroep zijn het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, DUO, de Inspectie van het Onderwijs, de Vereniging van Universiteiten, de Vereniging Hogescholen en het CBS vertegenwoordigd. De persoonsgegevens zijn afkomstig uit het Sociaal Statistisch Bestand. De indeling van opleidingen in studierichtingen wordt door het CBS verzorgd aan de hand van de International Standard Classification of Education (ISCED). Steekproefomvang Niet van toepassing. Controle- en correctiemethoden DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers ontvangt op volledigheid en consistentie en brengt zo nodig in overleg met hen verbeteringen aan in het bronbestand. Bij het samenstellen van het ééncijferbestand voert DUO diverse controles uit. Deze controles zijn besproken in de werkgroep Eéncijfer Hoger Onderwijs. Voordat het ééncijferbestand hoger onderwijs formeel wordt goedgekeurd worden door alle leden van de werkgroep Eéncijfer Hoger Onderwijs afzonderlijk controles uitgevoerd op dit bestand. Weging Niet van toepassing. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid De voorlopige cijfers geven doorgaans een kleine onderschatting van het aantal ingeschrevenen en gediplomeerden als gevolg van latere leveringen van gegevens aan DUO. De definitieve cijfers kunnen soms licht afwijken van cijfers die DUO zelf publiceert. Dit komt doordat DUO incidenteel verbeteringen in oudere jaren doorvoert, waar het CBS definitieve cijfers niet meer aanpast. Afwijkingen tussen CBS en DUO zijn groter voor internationale studenten. De reden hiervoor is dat DUO bij de bepaling van internationale studenten uitgaat van de meest recente nationaliteit van een student, zoals bekend bij DUO, terwijl het CBS kijkt naar de nationaliteit van de student op 1 oktober van het betreffende studiejaar. Studenten die in de loop van de tijd de Nederlandse nationaliteit krijgen, veranderen daarmee bij DUO van internationale student naar niet-internationale student voor alle jaren waarin ze ingeschreven staan. Bij het CBS vindt die wijziging pas plaats in het jaar dat de student daadwerkelijk de Nederlandse nationaliteit krijgt. Dit betekent dat de verschillen tussen het CBS en DUO wat betreft het aantal internationale studenten steeds groter wordt naarmate men verder terug gaat in de tijd. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid Bij het volgtijdelijk vergelijken van de cijfers moet er rekening gehouden worden met een aantal zaken: (1) de invoering van het bachelor-masterstelsel, (2) de invoering van de tweejarige associate degree opleiding in het hbo in studiejaar 2006/’07 en (3) clusteringen en splitsingen van studies van jaar op jaar waardoor cijfers over studierichtingen minder goed vergelijkbaar zijn over tijd. Na invoering van het bachelor-masterstelsel in het studiejaar 2002/’03 is in het hbo aan iedereen een bachelordiploma uitgereikt, ongeacht of de gediplomeerde een opleiding ‘oude stijl’ of een bacheloropleiding met succes had afgerond. In het wo, daarentegen, zijn doctoraaldiploma’s geleidelijk vervangen door bachelor- en masterdiploma’s. Hierdoor is het aantal diploma’s in het wo niet goed vergelijkbaar in de tijd. Het aantal inschrijvingen is wel vergelijkbaar in de tijd, omdat studenten per onderwijssoort (hbo of wo) maar een keer meetellen. Beschrijving kwaliteitsstrategie Het door DUO geleverde bestand wordt na binnenkomst nogmaals door specialisten van het CBS gecontroleerd. Zo nodig worden in onderling overleg alsnog verbeteringen in het bronbestand aangebracht.

20-12-2024 | 13:12

Middelbaar beroepsonderwijs; studenten en geslaagden

Wat behelst het onderzoek Doel Informatie geven over het aantal studenten en gediplomeerden aan het mbo, onderscheiden naar leerweg, niveau en studierichting en naar geslacht, herkomstgroepering en woonregio. Doelpopulatie Studenten en gediplomeerden aan het door de overheid bekostigde middelbaar beroepsonderwijs, zoals regionale opleidingscentra (ROC’s), agrarische opleidingscentra (AOC’s) of vakscholen. Statistische eenheid Personen Aanvang onderzoek De eerste cijfers betreffen studiejaar 2005/’06. Frequentie Jaarlijks Publicatiestrategie In het eerste kwartaal van het kalenderjaar worden voorlopige cijfers van het nieuwe studiejaar toegevoegd aan de bestaande StatLine-tabellen. In het tweede kwartaal van het kalenderjaar worden de voorlopige cijfers van het voorgaande studiejaar vervangen door definitieve cijfers. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Registerinformatie op persoonsniveau. Waarnemingsmethode Het aantal studenten wordt geteld op één peilmoment aan het begin van een studiejaar, namelijk 1 oktober. De gediplomeerden worden geteld over de periode van een studiejaar. De cijfers zijn gebaseerd op het Register Onderwijsdeelnemers (ROD). ROD bevat informatie op persoonsniveau over studenten en gediplomeerden in het bekostigde onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verzamelt de gegevens van de verschillende instellingen en beheert het register. Vervolgens bewerkt DUO deze gegevens tot ééncijferbestanden volgens met het CBS en andere gebruikers vastgestelde afleidingen. In de ééncijferbestanden is onder andere van elke student de hoofdinschrijving en van elke geslaagde het hoofddiploma voor het studiejaar aangegeven. Het CBS gebruikt de ééncijferbestanden om het aantal studenten en gediplomeerden te bepalen. Omdat in ROD ook het burger servicenummer (BSN) van de studenten en gediplomeerden is opgenomen, kan het CBS deze koppelen met andere registers op persoonsniveau, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). In de tabellen is dan ook informatie opgenomen uit de GBA over geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en woonregio van de studenten en gediplomeerden aan het mbo. Berichtgevers Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Steekproefomvang Niet van toepassing. Controle- en correctiemethoden DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers (instellingen) ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zo nodig in overleg met hen verbeteringen aan in de bestanden. De aan het CBS geleverde bestanden worden na binnenkomst nogmaals door een specialist van het CBS gecontroleerd. Zo nodig worden in overleg met DUO alsnog verbeteringen in de bestanden aangebracht. Weging Niet van toepassing. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid De definitieve cijfers geven een goed beeld van het werkelijke aantal studenten en gediplomeerden aan de door de overheid bekostigde mbo-instellingen. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid De verschillen tussen de voorlopige ten opzichten van de definitieve cijfers zijn over het algemeen klein. Vergelijkbaarheid tussen de verschillende studiejaren wordt actief in stand gehouden; waar nodig worden cijfers teruggelegd bij nieuwe indelingen. Beschrijving kwaliteitsstrategie Zie controle- en correctiemethoden.

20-12-2024 | 13:12