184 zoekresultaten

Sorteren op: Datum / Relevantie

Voortgezet onderwijs; leerlingen, examenkandidaten en gediplomeerden

Wat behelst het onderzoek Doel Informatie geven over het aantal leerlingen, examenkandidaten en gediplomeerden in het voortgezet onderwijs (vo), onderscheiden naar onderwijssoort, herkomstgroepering en geslacht. Aanvullend heeft elke tabel zijn eigen specificatie: gedetailleerde onderwijssoorten, leeftijd, gedetailleerde herkomstgroepering en generatie of woon- en schoolregio. Doelpopulatie Leerlingen en examenkandidaten in het voltijd voortgezet onderwijs dat door de overheid wordt bekostigd. Statistische eenheid Personen. Aanvang onderzoek De eerste cijfers betreffen schooljaar 2003/’04 (leerlingen) en 2005/’06 (examenkandidaten en gediplomeerden). Frequentie Jaarlijks. Publicatiestrategie Eén keer per jaar wordt de tabel vernieuwd. De voorlopige cijfers van een nieuw schooljaar worden toegevoegd. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorafgaande schooljaar vervangen door definitieve cijfers. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Voor de leerlingen is vanaf het schooljaar 2003/'04 voor het voortgezet onderwijs dat wordt bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gebruik gemaakt van registerinformatie op persoonsniveau (met uitzondering van het praktijkonderwijs). Vanaf schooljaar 2005/’06 zijn tevens de leerlingen die worden bekostigd door het Ministerie van Economische Zaken (EZ) opgenomen in de registers op persoonsniveau (dit zijn de vmbo-afdelingen van de Agrarische Opleidingscentra). Vanaf het schooljaar 2007/’08 geldt dit ook voor leerlingen in het praktijkonderwijs. Waarnemingsmethode De cijfers zijn gebaseerd op het basisregister onderwijsnummer (BRON). BRON bevat informatie op persoonsniveau over leerlingen en examenresultaten in het bekostigde onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verzamelt de gegevens van de verschillende instellingen en beheert het register. Vervolgens bewerkt DUO deze gegevens tot ééncijferbestanden volgens met het CBS en andere gebruikers vastgestelde afleidingen. Het CBS gebruikt deze ééncijferbestanden om het aantal leerlingen en geslaagden te bepalen. Omdat in BRON ook het burgerservicenummer (BSN) van de deelnemers en geslaagden is opgenomen, kan het CBS deze koppelen met andere registers op persoonsniveau, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). In de tabellen is dan ook informatie opgenomen uit de GBA over geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en woonregio van de leerlingen en geslaagden in het vo. Berichtgevers Tot en met 2005/’06: DUO en het toenmalige Ministerie van LNV. Vanaf 2006/’07: DUO (BRON- en ééncijferbestanden). Steekproefomvang Niet van toepassing. Controle- en correctiemethoden DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers (instellingen) ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zonodig in overleg met hen verbeteringen aan in de bestanden. De aan het CBS geleverde bestanden worden na binnenkomst nogmaals door een specialist van het CBS gecontroleerd. Zonodig worden in overleg met DUO alsnog verbeteringen in de bestanden aangebracht. Weging Niet van toepassing. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid De voorlopige cijfers wijken doorgaans minder dan 2 procent af van de definitieve cijfers. De definitieve cijfers geven een juist beeld van de werkelijkheid. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid De cijfers over leerlingen, examenkandidaten en gediplomeerden zijn vergelijkbaar in de tijd. Beschrijving kwaliteitsstrategie Zie controle- en correctiemethoden.

20-12-2024 | 13:12

Primair onderwijs

Wat behelst het onderzoek Doel De statistieken over het primair onderwijs geven informatie over het aantal leerlingen in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en op speciale scholen, naar enkele kenmerken van de doelpopulatie. Het speciaal basisonderwijs is bestemd voor kinderen die meer hulp nodig hebben bij de opvoeding en het leren, dan het basisonderwijs kan bieden. De speciale scholen geven basis- en voortgezet onderwijs aan zeer moeilijk lerende of opvoedbare kinderen, lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte kinderen en langdurig zieke kinderen. Doelpopulatie Alle leerlingen in het door de overheid bekostigde basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en op speciale scholen. Statistische eenheid Leerlingen, cumi-leerlingen en achterstandsleerlingen. Cumi-leerlingen behoren tot een culturele minderheid (tot schooljaar 2010/'11 beschikbaar). Achterstandsleerlingen zijn leerlingen die volgens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) tot een achterstandscategorie behoren en voor wie de scholen extra financiële middelen kunnen krijgen. Aanvang onderzoek In StatLine wordt vanaf schooljaar 2011/12 voor alle drie de vormen van primair onderwijs een tijdreeks gepubliceerd met gegevens over herkomst, achterstandsleerlingen, clusters en woonregio. Daarnaast wordt vanaf schooljaar 2000/01 voor alle drie de vormen van primair onderwijs een tijdreeks gepubliceerd met gegevens over leeftijd en schoolregio. In StatLine werd vanaf het schooljaar 1991/’92 tot en met schooljaar 2013/14 voor alle drie de vormen van primair onderwijs een tijdreeks gepubliceerd met gegeven over cumi-leerlingen, achterstandsleerlingen, leeftijd, en handicapsoort. Deze tabellen zijn stopgezet. Frequentie Jaarlijks. Publicatiestrategie Zodra over een nieuw schooljaar voorlopige of definitieve cijfers beschikbaar zijn, worden deze toegevoegd aan de bestaande StatLine-tabellen. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Voor de leerlingen wordt vanaf het schooljaar 2010/'11 voor het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en onderwijs op de speciale scholen, dat wordt bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), gebruik gemaakt van registerinformatie op persoonsniveau. Tot 2010/11 werd gebruik gemaakt van een geaggregeerde telling op schoolniveau van het aantal leerlingen in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en op de speciale scholen bij de door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bekostigde instellingen voor primair onderwijs. Waarnemingsmethode De cijfers zijn gebaseerd op het basisregister onderwijsnummer (BRON). BRON bevat informatie op persoonsniveau over leerlingen en examenresultaten in het bekostigde onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verzamelt de gegevens van de verschillende instellingen en beheert het register. Vervolgens bewerkt DUO deze gegevens tot ééncijferbestanden volgens met het CBS en andere gebruikers vastgestelde afleidingen. Het CBS gebruikt deze ééncijferbestanden om het aantal leerlingen te bepalen. Omdat in BRON ook het Burgerservicenummer (BSN) van de deelnemers en geslaagden is opgenomen, kan het CBS deze koppelen met andere registers op persoonsniveau, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en vanaf 2014 de Basisregistratie Personen (BRP). In de tabellen is dan ook informatie opgenomen uit de GBA en BRP over geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en woonregio van de leerlingen. Berichtgevers Het CBS ontvangt bestanden van DUO met de door haar verzamelde gegevens over het primair onderwijs. Steekproefomvang Niet van toepassing. Controle- en correctiemethoden DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers (instellingen) ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zo nodig in overleg met hen verbeteringen aan in de bestanden. De aan het CBS geleverde bestanden worden na binnenkomst nogmaals door een specialist van het CBS gecontroleerd. Zo nodig worden in overleg met DUO alsnog verbeteringen in de bestanden aangebracht. Weging Niet van toepassing. Wat is de kwaliteit van de uitkomsten Nauwkeurigheid De voorlopige cijfers wijken doorgaans minder dan 2 procent af van de definitieve cijfers. De definitieve cijfers geven een juist beeld van de werkelijkheid. Volgtijdelijke vergelijkbaarheid De cijfers over leerlingen zijn goed vergelijkbaar in de tijd. In schooljaar 2014/15 is het passend onderwijs ingevoerd. Vanaf dat jaar worden leerlingen op speciale scholen uitsluitend naar cluster in plaats van naar cluster en handicapsoort weergegeven. Met ingang van schooljaar 2010/'11 worden cumi-leerlingen niet meer apart geregistreerd voor de bekostiging en zijn dan ook niet meer beschikbaar. Vanaf het schooljaar 2006/'07 is stapsgewijs een nieuwe gewichtenregeling ingevoerd. Het criterium om een basisschool al of niet extra middelen toe te wijzen is sindsdien het opleidingsniveau van de ouder(s). Hiermee vervielen de 'oude' criteria van etniciteit en beroep. Beschrijving kwaliteitsstrategie Zie controle- en correctiemethoden.

20-12-2024 | 13:12

Peilstationsonderzoek

Wat behelst het onderzoek Doel Het Peilstationsonderzoek is een landelijk onderzoek naar roken, vapen, drinken, drugsgebruik, digitale mediagebruik en mentale gezondheid onder scholieren van 10 tot en met 18 jaar. Doelpopulatie Het onderzoek richt zich op leerlingen uit groep 7 en 8 van het regulier basisonderwijs en alle leerjaren en schoolniveaus (vmbo-b/k, vmbo-g/t, havo en/of vwo) van het regulier voortgezet onderwijs in heel Nederland. Statistische eenheid Personen. Aanvang onderzoek Het onderzoek is voor het eerst uitgevoerd in 1984 Frequentie Elke vier jaar. Publicatiestrategie De cijfers zijn definitief. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Steekproefonderzoek. Waarneemmethode Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Trimbos-instituut. Voor meer informatie over de uitvoering van het onderzoek in 2023, zie uitvoering onderzoek op de website van het Trimbos-instituut. In 2023 vond het Peilstationsonderzoek gelijktijdig plaats met de Gezondheidsmonitor Jeugd (GM Jeugd), dat werd uitgevoerd in leerjaar 2 en 4 van het voortgezet onderwijs. In deze leerjaren hebben de GGD en het Trimbos-instituut samengewerkt bij de afname van de vragenlijsten, zie veranderingen in de dataverzameling op de website van het Trimbos-instituut voor meer informatie. Sinds 2017 zijn het Peilstationsonderzoek en het HBSC-onderzoek zo goed mogelijk op elkaar afgestemd wat betreft de manier van steekproeftrekking, de vragen over middelengebruik en de analyses. Daarmee zijn de resultaten onderling goed vergelijkbaar. Steekproefomvang De steekproefomvang verschilt per meting. Meer informatie Website van de gegevensbron: https://cijfers.trimbos.nl/scholierenmonitor Bron: PEIL/Leefstijlmonitor, Trimbos-instituut i.s.m. RIVM

26-09-2024 | 15:09

Gezondheidsmonitor Jeugd

Wat behelst het onderzoek Doel Het doel van de Gezondheidsmonitor Jeugd van GGD’en en RIVM is een zo volledig mogelijk overzicht bieden van de gezondheid, het welzijn en de leefstijl van jongeren in Nederland ten behoeve van onderzoek en beleid op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Doelpopulatie Scholieren in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs, met uitzondering van het speciaal onderwijs. Statistische eenheid Personen. Aanvang onderzoek Het onderzoek is voor het eerst uitgevoerd in 2015. Frequentie Elke vier jaar. In 2021 heeft vanwege de coronapandemie een extra meting plaatsgevonden. Publicatiestrategie De cijfers zijn definitief. Hoe wordt het uitgevoerd Soort onderzoek Steekproefonderzoek. Waarneemmethode Het onderzoek wordt uitgevoerd door de gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD). Zij voeren het onderzoek in hetzelfde jaar op uniforme wijze uit en gebruiken hiervoor dezelfde (basis) vragenlijst. Hierdoor is het mogelijk om de resultaten op landelijk, regionaal en lokaal niveau te vergelijken. In de basisvragenlijst zijn vragen opgenomen met betrekking tot mentale en fysieke gezondheid, veerkracht, vertrouwen in de toekomst, geluk, stress en weerbaarheid, (cyber) pesten, sexting, roken, drinken, cannabisgebruik, bewegen en sociale media en gamen. Sinds 2015 is de Gezondheidsmonitor Jeugd vier keer landelijk geharmoniseerd uitgevoerd. Het beheer van de landelijke databestanden ligt bij het RIVM. Steekproefomvang De steekproefomvang verschilt per meting. Meer informatie Website van de gegevensbron: https://www.monitorgezondheid.nl/ Informatie over de gegevensbron op Zorggegevens.nl: Gezondheidsmonitor Jeugd van GGD'en en RIVM  

26-09-2024 | 14:09