Monitor Seksuele en Reproductieve Gezondheid
Doel
De Monitor Seksuele en Reproductieve Gezondheid is ontwikkeld om de afstemming tussen vraag en aanbod in de seksuele en reproductieve gezondheidszorg te optimaliseren. Daarnaast ook vanwege het ontbreken van inzicht in de zorgbehoefte en zorggebruik op het terrein van seksuele en reproductieve gezondheid van Nederlanders.
Deze monitor is in handen van kenniscentrum Rutgers WPF en wordt gefinancierd door ZonMw met als hoofdopdrachtgevers het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De gegevens zijn verzameld in het kader van het onderzoek Seks onder je 25e onder ruim 8 duizend jongeren tussen 12 en 25 jaar in Nederland. In 2005 heeft een vergelijkbaar onderzoek plaatsgevonden.
Doelpopulatie
Personen van 12 tot 25 jaar.
Statistische eenheid
Personen.
Frequentie
Om de drie jaar worden er cijfers gepubliceerd.
Soort onderzoek
Er wordt gebruik gemaakt van zowel registers binnen de gezondheidszorg als epidemiologisch onderzoek. De indicatoren die op de Landelijke Jeugdmonitor worden gepresenteerd zijn voornamelijk afkomstig van het epidemiologisch onderzoek. Dit onderzoek wordt gehouden onder een representatieve steekproef (ongeveer 8 duizend mensen) van de Nederlandse bevolking.
Het onderzoek Seks onder je 25e heeft tot doel inzicht te krijgen in de seksuele gezondheid van jongeren van 12 tot 25 jaar in Nederland anno 2012. Gegevens die voortkomen uit dit onderzoek kunnen als basis dienen voor het plannen van activiteiten ter verbetering van de seksuele gezondheid van jongeren. Om die reden zijn vanaf de start van het onderzoek belangrijke stakeholders betrokken bij het ontwerp en de uitvoering van het onderzoek. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt door de betrokken stakeholders een vertaalslag gemaakt naar een breed gedragen actieplan met concrete aanbevelingen voor beleid, onderzoek en praktijk van seksuele gezondheidsbevordering.
Respondenten zijn zowel via scholen als via de Gemeentelijke Basisadministraties (GBA) van verschillende gemeenten geworven. Een aantal GGD-en heeft ervoor gekozen om binnen de eigen regio een extra groep jongeren te benaderen, soms alleen via GBA, soms via scholen en GBA.
