Dit onderzoek heeft de volgende doelstellingen
1. Inzicht in het aantal kinderen in de opvang, zowel in de vrouwenopvang als de maatschappelijke opvang.
2. Inzicht in hoeverre men al bekend is met de ‘normen’/het normenkader t.a.v. kinderen in de opvang.
3. Ontwikkeling van een gespreksleidraad als hulpmiddel om het gesprek op gang te brengen tussen gemeenten en
opvangorganisaties over verbetering van de positie van kinderen in de opvang en hoe daarbij gebruik gemaakt
kan worden van de kwaliteitseisen uit het normenkader.
De arbeidsdeelname van jongeren is na een aanzienlijke daling in het tweede kwartaal van 2020 weer gestegen. De stijging deed zich echter alleen voor bij jongeren die onderwijs volgen. In het derde kwartaal van 2020 hadden 1,3 miljoen jongeren betaald werk. Dat is 62,1 procent van alle 15- tot 25-jarigen. Dat is wel een stuk lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Toen ging het nog om 66,2 procent. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Lees publicatie
Een ervaren gebrek aan grip op het sociale domein, verleidt gemeenten tot het nemen van meer
bureaucratische beheersmaatregelen met meer en gedetailleerdere verantwoordingsvragen en een
toename van de administratieve last tot gevolg 1 . Tegelijkertijd biedt al die verstrekte
verantwoordingsinformatie nog steeds geen antwoord op de vraag: doen we in de jeugdhulp de juiste
dingen? Onlangs voerden we in opdracht van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel
Geweld tegen Kinderen een onderzoek uit naar de vraag hoe we kunnen monitoren of we binnen de
jeugdhulp de juiste dingen doen voor kinderen die te maken hebben met kindermishandeling en
seksueel geweld 2 . De inzichten die dat opleverde zijn breed toepasbaar in de jeugdsector. In dit artikel
schetsen we eenvoudige manieren van monitoring die recht doen aan de complexiteit van de
jeugdsector, die tot minder administratieve last leiden en die bijdragen aan het beantwoorden van de
vraag: doen we de juiste dingen?
Dit onderzoek gaat over zinvol monitoren van hulp bij kindermishandeling en seksueel geweld. Welke
mogelijkheden zijn er om beter zicht te krijgen op de jeugdhulp die geboden wordt in geval van
mishandeling van of seksueel geweld bij kinderen?
In 2019 waren minder Nederlandse jongeren van 15 tot 25 jaar actief als vrijwilliger dan in de jaren daarvoor. Meisjes doen vaker vrijwilligerswerk in de verzorging, jongens vaker bij een sportvereniging. De belangrijkste reden voor jongeren om vrijwilligerswerk te doen is omdat ze dit leuk vinden.
Lees publicatie
De taakgerichte uitvoeringsvariant staat in de belangstelling, nu gemeenten zich in de doorontwikkeling van de inrichting van het sociaal domein beraden op alternatieve wijzen van sturing en inkoop. Er zijn hoge verwachtingen van het taakgericht werken. De eerste ervaringen van gemeenten die dat doen zijn positief: het stimuleert de transformatie en draagt bij aan administratieve lastenverlichting en financiële beheersbaarheid. Er zijn ook veel vragen en beelden rondom taakgericht werken: wat betekent het, hoe doe je dat in de praktijk, en waarin verschilt het eigenlijk van de andere varianten? Om op korte termijn tegemoet te kunnen komen aan die vragen heeft het ministerie van VWS Partners in Jeugdbeleid en Netwerk Nobis daarom gevraagd onderzoek te doen naar de huidige stand van het land op het gebied van taakgericht werken en een eerste, voorlopige beschrijving te geven van de kernelementen en de stappen die nodig zijn om te komen tot een inrichting daarvan. Dat heeft geresulteerd in deze Verkenning taakgericht werken in Jeugdwet en Wmo.
Lees publicatie
Van de 181 duizend jongeren van 15 tot 27 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten, hadden 70 duizend geen werk in 2019. Dat zijn er relatief veel vergeleken met de jongeren die wel een startkwalificatie hebben. Een veel voorkomende reden om niet te werken is een ziekte of beperking. Als ze werk hebben, is dat vaker op een lager beroepsniveau dan werkende leeftijdsgenoten met een startkwalificatie. Van de 625 duizend jongeren die geen onderwijs volgen, maar wel een startkwalificatie hebben, hebben 66 duizend geen werk.
Lees publicatie
In 2018 had ruim twee derde van de jongeren van 15 tot 27 jaar betaald werk. Jongeren met een startkwalificatie waren vaker aan het werk dan jongeren zonder startkwalificatie. Degenen met een startkwalificatie die geen onderwijs meer volgden hadden het vaakst werk, jongeren zonder startkwalificatie die nog wel onderwijs volgden het minst vaak.
Lees publicatie
Het deel van de kinderopvang dat wordt betaald met toeslagen stijgt in 2019 tot het hoogste niveau na 2010. Vorig jaar ging het om 70 procent van de declarabele kinderopvangkosten, in de eerste vier maanden van dit jaar was dat 73 procent.
Lees publicatie
In 2018 hadden de meeste thuiswonende kinderen in Caribisch Nederland werkende ouders. Van de bijna 5,2 duizend thuiswonende kinderen tot 25 jaar op Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft 92 procent ten minste één werkende ouder.
Lees publicatie