Minder jongeren vrijwilliger in 2019

Arbeid | 26-05-2020 08:05

In 2019 waren minder Nederlandse jongeren van 15 tot 25 jaar actief als vrijwilliger dan in de jaren daarvoor. Meisjes doen vaker vrijwilligerswerk in de verzorging, jongens vaker bij een sportvereniging. De belangrijkste reden voor jongeren om vrijwilligerswerk te doen is omdat ze dit leuk vinden. Dit meldt het CBS in de Landelijke Jeugdmonitor, op basis van nieuwe cijfers uit het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn.

In 2019 gaf 45 procent van de Nederlandse jongeren van 15 tot 25 jaar aan zich minstens één keer per jaar als vrijwilliger te hebben ingezet voor een organisatie of vereniging. In 2017 was dit 49 procent. In dezelfde periode daalde het verrichten van vrijwilligerswerk door 25-plussers niet.

1 op de 5 jonge vrijwilligers actief voor sportvereniging

Jongeren zetten zich het vaakst als vrijwilliger in voor sportverenigingen (20 procent), gevolgd door scholen (11 procent) en jeugdorganisaties (9 procent). Daarna volgen verzorging en verpleging, hobby- en gezelligheidsverenigingen, en kerken en levensbeschouwelijke organisaties (allemaal rond 5 procent). Een klein deel van de jongeren is actief als vrijwilliger voor onder meer culturele verenigingen, organisaties ten behoeve van wijk of buurt, of vakbonden.

Jongens (22 procent) zijn vaker als vrijwilliger actief voor sportverenigingen dan meisjes (18 procent). In de verzorging deed 7 procent van de meisjes en 3 procent van de jongens vrijwilligerswerk. In 2017 waren deze verschillen tussen jongens en meisjes vergelijkbaar. Daarnaast waren in 2017 meer meisjes dan jongens actief als vrijwilliger voor een jeugdorganisatie, en voor kerken of levensbeschouwelijke organisaties.

Motieven voor vrijwilligerswerk

De meeste jongeren gaven aan dat ze vrijwilligerswerk doen omdat ze het zelf leuk vinden om te doen (56 procent), of omdat ze het fijn vinden om iets voor een ander te doen (43 procent). Rond een derde van de 15- tot 25-jarige vrijwilligers ligt de motivatie bij een zinvolle tijdsbesteding, om nieuwe dingen te leren, of vanwege de sociale contacten. Slecht 1 op de 5 vindt het een plicht om vrijwilligerswerk te doen. Een beperkt deel (12 procent) ziet vrijwilligerswerk als een mogelijke opstap naar een betaalde baan.

In 2017 deden meer jongeren (65 procent) vrijwilligerswerk omdat ze het leuk vonden dan in 2019. In dat jaar gaven minder jongeren aan dat ze vrijwilligerswerk deden vanwege de sociale contacten (23 procent).

Vrijwilligerswerk

Voor het meten van vrijwilligerswerk van de Nederlandse bevolking gebruikt het CBS het onderzoek Sociale samenhang en welzijn, dat jaarlijks uitgevoerd wordt. In 2019 deden 7652 Nederlanders vanaf 15 jaar mee, waarvan 924 in de leeftijdscategorie 15 tot 25 jaar. Er is aan respondenten gevraagd of zij in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête vrijwilligerswerk hebben verricht voor een dertiental organisaties of verenigingen: (1) in het jeugd- en buurthuiswerk, (2) op school, bijvoorbeeld de schoolkrant, (3) in de verzorging of verpleging, (4) voor een sportvereniging, (5) voor culturele verenigingen, (6) voor hobby- of gezelligheidsverenigingen, (7) voor de kerk, moskee of levensbeschouwing, (8) voor de vakbond of bedrijfsorganisatie, (9) voor een politieke partij of actiegroep, (10) op het gebied van sociale hulpverlening, (11) op het gebied van wonen, woonomstandigheden of huurdersbelangen, (12) ten behoeve van de wijk of de buurt of (13) voor organisaties op een ander gebied.