In 2019 woonde 16 procent van de kinderen in een eenouderhuishouden. Dit aandeel is de afgelopen twee decennia steeds toegenomen. Van de baby’s woonde 9 procent bij één ouder. In Heerlen en Rotterdam is het aandeel minderjarigen in een eenouderhuishouden het grootst. Dat meldt het CBS in het kader van de Jeugdmonitor.
Lees publicatie
In 2018 maakten 264 duizend minderjarige kinderen deel uit van een gezin met een inkomen onder de lage-inkomensgrens, net zoveel als het jaar ervoor. Het aantal kinderen in een gezin dat al minstens vier jaar moest rondkomen van een laag inkomen is met bijna 5 duizend gedaald, naar 103 duizend. Dit blijkt uit de nieuwste CBS-gegevens over risico op armoede.
Lees publicatie
De meeste 18- tot 25-jarigen vinden dat het de goede kant opgaat met Nederland. Ze ervaren maatschappelijke kwesties als criminaliteit, de multiculturele samenleving, de bevolkingsdichtheid en de mentaliteit in Nederland niet als een groot probleem. Milieuvervuiling wordt daarentegen wel relatief vaak als een groot probleem ervaren. Dat meldt het CBS op basis van het Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor 2019.
Lees publicatie
Het Jaarrapport 2019 van de Landelijke Jeugdmonitor schetst de leefsituatie van de Nederlandse jeugd, zowel op landelijk niveau als op gemeenteniveau. Op gemeenteniveau wordt ook aandacht besteed aan de situatie van de jeugd in Caribisch Nederland.
Lees publicatie
In deze publicatie worden de resultaten uit de Beleidsinformatie Veilig Thuis over het 1e halfjaar van 2019 beschreven. Nederland telt 26 Veilig Thuis-organisaties, die het advies- en meldpunt zijn voor (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling.
Lees publicatie
In dit onderzoek is gekeken naar het gebruik van de logeerfunctie in Nederlandse gemeenten. Het rapport beschrijft de grootste trends in logeren en de belangrijkste verklarende factoren voor de omvang van logeren.
Lees publicatie
Kwalitatief onderzoek naar factoren die verschillen in inzet van pleegzorg verklaren.
Lees publicatie
In 2017 waren jongeren gemiddeld 23,5 jaar toen ze uit huis gingen, in 2012 was dat nog 22,8 jaar. De verschuiving was het sterkst bij studenten, die in 2016 gemiddeld 1 jaar later zelfstandig gingen wonen dan in 2012. Werkende jongeren gingen 0,7 jaar later uit huis.
Lees publicatie