Studerende én werkende jongeren gaan later uit huis
In 2017 waren jongeren gemiddeld 23,5 jaar toen ze uit huis gingen, in 2012 was dat nog 22,8 jaar. De verschuiving was het sterkst bij studenten, die in 2016 gemiddeld 1 jaar later zelfstandig gingen wonen dan in 2012. Werkende jongeren gingen 0,7 jaar later uit huis. Dat meldt het CBS in het kader van de Jeugdmonitor.
Sinds de invoering van het sociaal leenstelsel zijn minder studenten op kamers gaan wonen, zo blijkt uit eerder onderzoek van het CBS. Voor de hoogte van de studiefinanciering maakt het niet meer uit of studenten ingeschreven staan bij de ouder(s) of uitwonend zijn.
Meer thuiswonenden onder alle jongeren vanaf 18 jaar
Zowel tieners als twintigers zijn vaker in het ouderlijk huis blijven wonen. De verschuiving was het grootst bij jongeren van 19 jaar en 23 tot en met 26 jaar. In 2012 stond 76,4 procent van de 19-jarigen ingeschreven bij één of beide ouders en dat is verschoven naar 79,4 procent in 2017. Bij de 24-jarigen veranderde dit percentage van 33,6 naar 36,8.
Mannen en vrouwen later uit huis
Vrouwen gaan van oudsher vroeger uit huis dan mannen. Dat was ook zo in 2017, al is het verschil met de mannen sinds 2012 kleiner geworden. Vrouwen waren in 2017 gemiddeld 22,7 jaar toen ze uit huis gingen, dat is 0,7 jaar ouder dan in 2012. Uit huis gaande mannen waren gemiddeld 24,2 jaar in 2017, 0,6 jaar ouder dan in 2012.