45 procent jongeren vindt milieuvervuiling een probleem
De meeste 18- tot 25-jarigen vinden dat het de goede kant opgaat met Nederland. Ze ervaren maatschappelijke kwesties als criminaliteit, de multiculturele samenleving, de bevolkingsdichtheid en de mentaliteit in Nederland niet als een groot probleem. Milieuvervuiling wordt daarentegen wel relatief vaak als een groot probleem ervaren. Dat meldt het CBS op basis van het Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor 2019.
Begin 2018 telde Nederland bijna 4,9 miljoen jongeren tot 25 jaar. Onder hen waren 1,5 miljoen jongvolwassenen (18 tot 25 jaar). Deze jongvolwassenen is in 2018 gevraagd hoe zij vinden dat het gaat met Nederland en hoe zij denken over vijf maatschappelijke kwesties. Ongeveer 7 op de 10 van de jongvolwassenen waren optimistisch en vonden dat het een beetje of duidelijk de goede kant opgaat met Nederland. Van de mensen van 25 jaar of ouder had 60 procent deze mening.
Jongeren vinden milieuvervuiling vaakst een heel groot probleem
Van de vijf genoemde maatschappelijke kwesties vonden jongeren milieuvervuiling met 45 procent het vaakst een groot of een heel groot probleem. Hoewel dit niet verschilt van het aandeel bij de 25-plussers, vinden jongeren milieuvervuiling wel wat vaker dan de 25-plussers een heel groot probleem; 11 tegenover 8 procent. De andere vier maatschappelijke kwesties werden door 14 tot 30 procent van de jongvolwassenen als een groot of een heel groot probleem beschouwd; 3 tot 5 procent vond deze zaken een heel groot probleem.
Jongvolwassenen wel positiever dan 25-plussers over maatschappelijke kwesties
Jongeren waren positiever over maatschappelijke kwesties dan 25-plussers. Zo vond 30 procent van de jongeren criminaliteit een (heel) groot probleem, tegenover ongeveer de helft van de oudere groep. Een vijfde van de jongeren vond de bevolkingsdichtheid een (heel) groot probleem, tegenover ruim een kwart van de rest van de bevolking. Ook de multiculturele samenleving en de mentaliteit in Nederland werden door jongeren minder vaak als een (heel) groot probleem ervaren dan door personen van 25 jaar of ouder.
Zeven op de tien jongvolwassenen hebben hoog persoonlijk welzijn
Ook over hun persoonlijke leven zijn jongeren overwegend positief. Zeven op de tien jongvolwassenen hadden in 2016/2018 een hoog persoonlijk welzijn. Jongeren gaven zichzelf relatief vaak een 7 of hoger voor hun opleiding of beroep (90 procent), hun gezondheid en hun sociale leven (respectievelijk 84 en 85 procent). Ook voelden jongeren zich vaak veilig en waren zij vaak tevreden over hun woonbuurt. Jongeren maakten zich relatief vaak zorgen over hun financiële toekomst en hadden relatief weinig vertrouwen in instituties; iets meer dan de helft van de jongeren is hier positief over.
Sinds het begin van de meting in 2013 is het aandeel jongeren met een hoog persoonlijk welzijn licht gestegen. Jongeren maakten zich in 2018 minder zorgen over hun financiële toekomst en hadden meer vertrouwen in instituties dan in 2013.