Veiligheidsmonitor Rijk
Doel
Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in ervaringen van burgers met veel voorkomende criminaliteit, onveiligheidsgevoelens, preventiegedrag en het oordeel van de bevolking over het optreden van de politie.
Doelpopulatie
Alle personen van 15 jaar of ouder die in Nederland wonen en deel uitmaken van particuliere huishoudens.
Statistische eenheid
Personen, huishoudens; delictsvoorvallen.
Aanvang onderzoek
In 2006 is de Veiligheidsmonitor Rijk (VMR) voor het eerst op grote schaal uitgevoerd. In 2005 is dit onderzoek alleen op landelijke schaal en onder een beperkte steekproef uitgevoerd.
De VMR is een nieuw onderzoek, ontstaan uit een integratie van (onderdelen uit) drie eerdere afzonderlijke reguliere onderzoeken op dit terrein. Het gaat om (onderdelen uit) het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) van het Centraal Bureau voor de Statistiek, uit de Politiemonitor Bevolking (PMB) van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie, en om rijksrelevante delen uit de enquête Leefbaarheid en Veiligheid, die periodiek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de G-30 gemeenten werd uitgevoerd. Daartoe hebben de beide ministeries en het CBS een overeenkomst gesloten waarin de samenwerking rond de VMR is vastgelegd. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het CBS. De ministeries van Binnelandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie zijn medeopdrachtgever. De belangrijkste resultaten van de VMR 2006 zijn gepresenteerd in twee rapporten, namelijk een landelijke rapportage van de VMR 2006 en een (eveneens landelijk) tabellenrapport van de VMR 2006.
In de tabellen zijn uitsplitsingen opgenomen naar de afzonderlijke politieregio's. De rapporten zijn zowel elektronisch (pdf) via de CBS-website (www.cbs.nl) als in gedrukte vorm beschikbaar.
De resultaten over 2005 dienen vooral als schakel tussen de eerdere (POLS, PMB) en de volgende VMR-onderzoeken.
Frequentie
Jaarlijks.
Soort onderzoek
Voor het onderzoek wordt een steekproef getrokken uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). Dit kader wordt voortdurend geactualiseerd op basis van geboorte-, verhuis- en overlijdensberichten. Het steekproefontwerp voor de Veiligheidsmonitor bestaat uit een jaarontwerp en een kwartaalontwerp.
Voor het jaarontwerp wordt in het eerste kwartaal van elk onderzoeksjaar een grote steekproef uitgezet, zodat per politieregio netto ten minste 750 interviews afgenomen worden (totaal netto minimaal 18 750 respondenten). Het kwartaalontwerp omvat telkens een kleine steekproef in het 2e t/m 4e kwartaal van netto ten minste 1 000 respondenten per kwartaal. Deze kwartaalsteekproeven zijn bedoeld om eventuele seizoensmatige ontwikkelingen in kaart te brengen; deze uitkomsten worden niet gepubliceerd. Voor de standaardrapportage worden alleen de resultaten van het eerste kwartaal gebruikt.
De steekproef wordt in twee stappen getrokken. In de eerste trap worden primaire eenheden (gemeenten) getrokken met kansen evenredig aan het aantal inwoners. Binnen elke primaire eenheid wordt in de tweede trap een vooraf bepaald aantal personen getrokken. Dit aantal is gelijk voor alle getrokken gemeenten. Daardoor is de insluitkans, dat is de kans dat een persoon getrokken wordt, voor alle personen gelijk (deze kans is immers gelijk aan de kans dat de primaire eenheid wordt getrokken maal de kans dat binnen de getrokken primaire eenheid de persoon wordt getrokken).
De eerste kans is evenredig aan het aantal personen binnen de gemeente terwijl de tweede kans omgekeerd evenredig is aan dat aantal, zodat het product van beide kansen constant is. De grootste gemeenten, waaronder Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, worden automatisch aan de steekproef toegevoegd; personen in deze gemeenten worden getrokken met een kans die gelijk is aan de insluitkans voor de gehele steekproef. Op deze manier ontstaat een zelfwegende steekproef met een vooraf bepaalde steekproefomvang.
Waarnemingsmethode
De respondenten worden standaard telefonisch geïnterviewd, maar als bij hen thuis geen vaste of (vanaf 2007) mobiele telefoonaansluiting is gevonden volgt een face-to-face benadering.
Berichtgevers
De steekproefpersonen van vijftien jaar en ouder.
Steekproefomvang
Minimaal 18 750 respondenten. In 2006 is de VMR voor het eerst op grote schaal uitgevoerd, met in totaal bijna 21 000 respondenten. In 2007 werden in totaal ruim 19 000 personen ondervraagd. In 2005 is dit onderzoek alleen op landelijke schaal en onder een beperkte steekproef uitgevoerd.
Weging
Non-respons kan selectief zijn. Daarom wordt een weging toegepast die corrigeert voor eventuele verschillen tussen de steekproef en de doelpopulatie. Deze gewichten zijn gebaseerd op het steekproefontwerp en de beschikbare hulpinformatie over de doelpopulatie waarover wordt gepubliceerd, zoals leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, etnische herkomst, huishoudensgrootte, politieregio en stedelijkheid van de woongemeente. Omdat het responsgedrag en de doelvariabelen van de VMR ook samenhangen met telefoonbezit is bij de weging ook rekening gehouden met de telefonische bereikbaarheid. Voor de VMR 2005, 2006 en 2007 is in principe dezelfde wegingprocedure gehanteerd. Het weegschema voor de VMR 2005 is alleen iets eenvoudiger vanwege de kleinere steekproef. De gewichten zijn bepaald op persoonsniveau. Voor het schatten van huishoudgegevens worden deze persoonsgewichten gecorrigeerd door te delen door het aantal personen van 15 jaar en ouder in het huishouden van de respondent.
Betrouwbaarheid
De VMR is een steekproefonderzoek. De resultaten van steekproefonderzoek zijn altijd een schatting van de (meestal onbekende) waarden in de werkelijke populatie en daarmee onderhevig aan toevalsfluctuaties. Bij de interpretatie van de gegevens dient daarom rekening gehouden te worden met betrouwbaarheidsmarges (veelal met een betrouwbaarheid van 95 procent). Omdat in dit onderzoek een ingewikkelder steekproefdesign is toegepast, levert de standaardformule voor enkelvoudige aselect getrokken steekproeven soms forse afwijkingen in de berekende marges.
Het onderzoek is opgezet vanuit een specifieke doelstelling. De uitkomsten van het onderzoek hoeven op andere terreinen niet te sporen met officiële uitkomsten van die thema's uit andere (betere) bronnen.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De cijfers van de VMR sluiten inhoudelijk aan op soortgelijke gegevens uit delen van POLS, de PMB en de enquête Leefbaarheid en Veiligheid, maar vormen een nieuwe eigen reeks. Om methodologische redenen en vanwege enkele inhoudelijke aanpassingen kunnen de resultaten van de VMR niet worden vergeleken met cijfers uit eerdere onderzoeken.