STIVORO

Doel

Het verkrijgen van een goed beeld van het rookgedrag van jongeren.

Doelpopulatie

Tot en met 1991 zijn de onderzoeken “Rookgewoonten Jeugd” steeds gehouden onder jongens en meisjes van 10 tot en met 14 jaar. Vanaf 1992 zijn de steekproeven van deze onderzoeken uitgebreid met jongeren van 15 tot en met 19 jaar.

Statistische eenheid

Personen.

Aanvang onderzoek

Gegevens beschikbaar vanaf 1991.

Frequentie

Jaarlijks.

Hoe wordt het uitgevoerd

Vanaf 1995 worden de vraaggesprekkengehouden met behulp van laptops. Hierdoor vinden de vraaggesprekken nu plaats in de school i.p.v. in de nabijheid van scholen. De enquêteur neemt vooraf contact op met het schoolhoofd of de rector om toestemming te krijgen om te enquêteren op school. Hier wordt gestreefd naar gesprekken zonder aanwezigheid van leerkrachten.

Naast de schoolgaande jeugd worden er ook jongeren die geen dagopleiding (meer) volgen ondervraagd. Alle TNS NIPO-enquêteurs hebben de opdracht een jongere in de eigenomgeving te ondervragen die geen opleiding (meer) volgt, een en ander uiteraard gequoteerd naar leeftijd en seks.

Soort onderzoek

Steekproefonderzoek.

Waarnemingsmethode

De respondenten worden op school of thuis bezocht door een interviewer van TNS NIPO (Computer Assisted Personal Interviewing, CAPI).

Berichtgevers

Jongeren.

Steekproefomvang

Jaarlijks circa 4,5 duizend jongeren.

Nauwkeurigheid

Door met grote en representatieve steekproeven te werken, waarbij sprake is van aselecte steekproeftrekkingen wordt er een betrouwbaar beeld van het verloop van trends in rookgedrag onder jongeren gegeven.