De Landelijke Jeugdmonitor geeft een actueel beeld over de situatie van jongeren in Nederland. Maar hoe verhoudt de situatie van jongeren in Nederland zich tegenover die in andere EU-landen? In dit artikel worden jongeren langs de Europese meetlat gelegd aan de hand van thema’s die in de Jeugdmonitor zijn opgenomen: gezin, onderwijs, arbeid en welzijn.
Lees publicatie
In 2023 was 6,2 procent van alle 18- tot 25-jarigen in Nederland voortijdig schoolverlater. Vergeleken met andere EU-landen is dat aandeel relatief klein. De onderwijsdeelname is in Nederland hoger dan gemiddeld in de EU. Van de EU-landen gaan kinderen in Nederland het vaakst naar de formele kinderopvang. Dat meldt het CBS in een nieuwe publicatie voor de Landelijke Jeugdmonitor op basis van Eurostatcijfers.
Lees publicatie
Bij het kiezen van een vervolgopleiding gaat het vaak om persoonlijke interesse van leerlingen. Dit geldt het meest voor vwo’ers, gevolgd door havisten. Voor vmbo’ers is de baankans vaker dan onder vwo’ers en havisten reden voor de studiekeuze. Dit meldt het CBS in de Landelijke Jeugdmonitor op basis van nieuwe cijfers uit het Schoolverlatersonderzoek 2023.
Lees publicatie
Van de jongeren van 15 tot 27 jaar die geen onderwijs volgen, had 20 procent in het tweede kwartaal van 2024 geen startkwalificatie. Drie jaar eerder was dit nog 17 procent. Jongeren met een startkwalificatie hebben vaker werk dan degenen zonder startkwalificatie. Dat meldt het CBS op basis van de Landelijke Jeugdmonitor.
Lees publicatie
Jongeren tot 25 jaar gaan na het voortgezet onderwijs vaker naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), dan naar het hoger beroepsonderwijs (hbo) of het wetenschappelijk onderwijs (wo). 40 procent van de jongeren tot 25 jaar die deelnamen aan vervolgonderwijs volgde een mbo-opleiding tijdens studiejaar 2021-22. Bij het hbo en wo was dit respectievelijk 35 en 25 procent. Dat meldt het CBS in de Landelijke Jeugdmonitor.
Lees publicatie
Krijgen jongeren in Caribisch Nederland wel eens te maken met pesten? Wat doen ze zoal in hun vrije tijd? En wat zijn hun toekomstplannen na het afstuderen? Dit en meer is terug te vinden in het Scholierenonderzoek Caribisch Nederland dat eind 2020 voor het eerst werd uitgevoerd. Het Scholierenonderzoek is onderdeel van de Landelijke Jeugdmonitor die het CBS in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) uitvoert.
Lees publicatie
De jeugdcriminaliteit onder minderjarigen en jongvolwassenen is in de periode 2015 tot 2021 vergeleken met de vijftien jaren daarvoor afgenomen. Zo was het aantal veroordeelde minderjarigen in 2019 vergeleken met 2015 met een derde gedaald naar 5 700. Wel laten een aantal vormen van criminaliteit de laatste jaren een stabilisatie of toename zien, waaronder ernstig geweld gepleegd door minderjarigen. Dat blijkt uit de Monitor Jeugdcriminaliteit, een rapport dat het WODC iedere twee à drie jaar in samenwerking met het CBS publiceert.
Lees publicatie
Dit onderzoek heeft de volgende doelstellingen
1. Inzicht in het aantal kinderen in de opvang, zowel in de vrouwenopvang als de maatschappelijke opvang.
2. Inzicht in hoeverre men al bekend is met de ‘normen’/het normenkader t.a.v. kinderen in de opvang.
3. Ontwikkeling van een gespreksleidraad als hulpmiddel om het gesprek op gang te brengen tussen gemeenten en
opvangorganisaties over verbetering van de positie van kinderen in de opvang en hoe daarbij gebruik gemaakt
kan worden van de kwaliteitseisen uit het normenkader.
Van de leerlingen die vier jaar geleden van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) kwamen, was 54 procent in 2018 doorgestroomd naar een andere vorm van onderwijs. Ze volgden na het vso met name een vmbo of mbo opleiding. Leerlingen met vso uitstroomprofiel ‘onderwijs’ gingen het vaakst door in het onderwijs. Van de leerlingen met het profiel ‘arbeidsmarkt’, en die niet doorgingen in onderwijs, had 40 procent 2 jaar na afstuderen een baan. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Lees publicatie
Een ervaren gebrek aan grip op het sociale domein, verleidt gemeenten tot het nemen van meer
bureaucratische beheersmaatregelen met meer en gedetailleerdere verantwoordingsvragen en een
toename van de administratieve last tot gevolg 1 . Tegelijkertijd biedt al die verstrekte
verantwoordingsinformatie nog steeds geen antwoord op de vraag: doen we in de jeugdhulp de juiste
dingen? Onlangs voerden we in opdracht van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel
Geweld tegen Kinderen een onderzoek uit naar de vraag hoe we kunnen monitoren of we binnen de
jeugdhulp de juiste dingen doen voor kinderen die te maken hebben met kindermishandeling en
seksueel geweld 2 . De inzichten die dat opleverde zijn breed toepasbaar in de jeugdsector. In dit artikel
schetsen we eenvoudige manieren van monitoring die recht doen aan de complexiteit van de
jeugdsector, die tot minder administratieve last leiden en die bijdragen aan het beantwoorden van de
vraag: doen we de juiste dingen?