Voor het eerst sinds 2009 minder bijstandskinderen
Eind 2017 woonde bijna 7 procent van alle minderjarige kinderen in een bijstandsgezin. Dat zijn 228 duizend minderjarige kinderen, bijna 3 duizend minder dan in 2016. Hiermee is het aantal kinderen in bijstandsgezinnen voor het eerst sinds 2009 gedaald. Dit meldt het CBS naar aanleiding van het Jaarrapport Jeugdmonitor 2018.
Tussen 2009 en 2016 nam het aantal bijstandskinderen nog met ruim 45 duizend toe. De daling in 2017 is in alle grote herkomstgroeperingen zichtbaar, behalve onder bijstandskinderen met een Syrische achtergrond. Deze groep groeide in 2017 met meer dan 8 duizend tot bijna 28 duizend bijstandskinderen. Ruim 12 procent van de bijstandskinderen had in 2017 een Syrische achtergrond. In totaal was 63 procent van de bijstandskinderen niet-westers en 30 procent van Nederlandse komaf.
Alleenstaande moeder aan het roer in meeste bijstandsgezinnen
Bijstandsgezinnen met een Nederlandse achtergrond waren in 2016 in 8 op de 10 gevallen eenoudergezinnen met een vrouw als hoofdkostwinner. Bij bijstandsgezinnen met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond was dit aandeel nog iets hoger. Andere niet-westerse bijstandsgezinnen zijn relatief vaak (bijna 40 procent) tweeoudergezinnen met een mannelijke hoofdkostwinner.
Leeuwendeel bijstandskinderen woont in huurwoning
De woonsituatie van bijstandsgezinnen met minderjarige kinderen verschilt van andere gezinnen met kinderen. Bijna 95 procent van de bijstandsgezinnen woonde met minderjarige kinderen in 2015 in een huurwoning, ruim 50 procent in een appartement. Ruim 40 procent had geen eigen tuin. Bij andere gezinnen met kinderen waren deze percentages een stuk lager.
6 op de 10 bijstandsgezinnen met kinderen komen moeilijk rond
Gezinnen met kinderen die van een bijstandsuitkering moesten rondkomen, hadden in 2016 gemiddeld ruim 22 duizend euro per jaar te besteden. Bij andere gezinnen met kinderen was dit bijna 55 duizend euro, meer dan het dubbele. Bijna 60 procent van de bijstandsgezinnen met kinderen gaf aan moeilijk rond te kunnen komen van hun inkomen. Zij hebben naar eigen zeggen vaker te maken met financiële beperkingen dan gezinnen zonder bijstandsuitkering.
Zo geven bijstandsgezinnen minder vaak aan dat zij geld hebben om versleten meubels te vervangen, minder dan 20 procent zegt jaarlijks minstens een week op vakantie te kunnen. Minder dan 40 procent ziet mogelijkheden om regelmatig nieuwe kleren te kopen of activiteiten buiten de deur te ondernemen die geld kosten.