De financiële druk en groeiende wachtlijsten in de jeugdzorg vragen om een verkenning van verantwoorde alternatieven om jeugdzorg voor jongeren eerder af te schalen of om uitstroom zo verantwoord mogelijk te maken (Hilderdink et al., 2020). Meerdere onderzoekers beschrijven dat jongeren die jeugdzorg ontvangen baat hebben bij een steunend netwerk en doorgaande ondersteuning bij ontwikkeling naar zelfstandigheid of wanneer maatschappelijk participeren op eigen kracht niet of onvoldoende lukt (Artelloa et al., 2015; Boendermaker, Van Goor, & Jonkman, 2020). In het bijzonder bij de leeftijdsovergang van 18- naar 18+ als specialistische jeugdzorg wordt afgebouwd, maar ondersteuning vaak nog wel nodig is. Bij veel jongeren die opgroeien in kwetsbare situaties en jeugdzorg ontvangen ontbreekt een steunend netwerk (Boendermaker, Abu Ghazaleh, Fukkink, Mak, & Manders, 2021). Een gevolg hiervan kan zijn dat jongeren langer afhankelijk blijven van professionele hulp.
Lees publicatie
Jeugdhulpaanbieders leveren twee keer per jaar gegevens aan CBS over de jeugdhulp die zij bieden aan ouders en jongeren. Twee keer per jaar initieert het Ambtelijk voorbereidend overleg Beleidsinformatie Jeugd (ABJ), met daarin vertegenwoordigers van veldpartijen, gemeenten en departementen, nader onderzoek op basis van deze cijfers. Najaar 2020 is als een van de onderzoeksonderwerpen gekozen voor jeugdhulp in de wijk- of buurtteams. Doel van het onderzoek is om te achterhalen wat de fluctuerende cijfers over deze hulpvorm betekenen. Daartoe is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd bij 5 gemeenten die jeugdhulp in hun wijk- of buurtteams bieden. Het onderzoek bevat tevens een beschrijving van de organisatie van de wijk- of buurtteams en de wijze waarop deze 5 gemeenten de teams bekostigen en aansturen. Verder
wordt gekeken naar het type aanbod in de wijk- of buurtteams, inclusief veranderingen in de tijd en de levering van gegevens over dit aanbod aan CBS.
Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden. Onderdeel van de Jeugdwet is een regeling voor beleidsinformatie. Deze regeling bepaalt welke gegevens worden verwerkt, door wie, met welk doel, op welke wijze ze worden verstrekt en aan wie. De beleidsinformatie in de Jeugdwet betreft informatie over het jeugdhulpgebruik en de
inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Daartoe verstrekken jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen op persoonsniveau gegevens. Deze gegevens worden aangeleverd bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (Besluit Jeugdwet, artikel 7.5.1). Het CBS verwerkt deze gegevens tot statistieken en
rapportages en publiceert deze zodat iedereen daar gebruik van kan maken.
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Vanwege deze vergaande stelselwijziging ontstond er bij betrokken partijen de behoefte aan betrouwbare informatie om de ontwikkelingen in het veld beleidsmatig te kunnen volgen. Om een beleidsmatige basis mogelijk te maken, haalt het Ambtelijk voorbereidend overleg Beleidsinformatie Jeugd (ABJ) beleidsinformatie op bij jeugdhulpaanbieders en jeugdteams. Het CBS verwerkt deze gegevens en koppelt de informatie aan andere maatschappelijke gegevens. Hiermee stelt het CBS vervolgens jaarlijks een benchmark op. Deze benchmark is openbaar beschikbaar en wordt in allerlei onderzoeken wordt gebruikt.
Lees publicatie
‘BlueZones’ zijn gebieden ter grootte van een gemeente waar mensen lang, gezond en gelukkig leven. In dit onderzoek is deze visie toegepast om gemeenten te analyseren met een opvallend jeugdzorggebruik. Dit is gedaan vanuit de behoefte om te komen tot een lerend jeugdstelsel en nieuwe inzichten op te doen over de groeiende
vraag naar jeugdzorg. Minder jeugdzorg is geen doel op zich, maar het is inzichtgevend als duidelijk wordt hoe de inzet van jeugdzorg professionals (meer of minder dan voorspeld), samenhangt met belangrijke uitkomstmaten zoals aantal jongeren dat vastloopt op school, uit huis wordt geplaatst, gedwongen hulpverlening
ontvangt en/of overtredingen begaan.
Krijgen jongeren in Caribisch Nederland wel eens te maken met pesten? Wat doen ze zoal in hun vrije tijd? En wat zijn hun toekomstplannen na het afstuderen? Dit en meer is terug te vinden in het Scholierenonderzoek Caribisch Nederland dat eind 2020 voor het eerst werd uitgevoerd. Het Scholierenonderzoek is onderdeel van de Landelijke Jeugdmonitor die het CBS in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) uitvoert.
Lees publicatieVan de 91 duizend vmbo’ers die in schooljaar 2010/’11 een diploma behaalden, volgde vijf jaar later een op de vijf een hbo-opleiding. Jongeren die van de gemengde of theoretische leerweg van het vmbo naar de havo zijn gegaan, gaan ruim twee keer zo vaak naar het hbo als de jongeren die van vmbo-g/t naar het mbo zijn gegaan. Ook leerlingen die uit een gezin komen met een hoog inkomen stromen vaker door naar het hbo dan leerlingen uit een huishouden met weinig inkomen. Dat meldt CBS op basis van het Jaarrapport 2016 Landelijke Jeugdmonitor.
Lees publicatieIn het eindrapport Nader Onderzoek Relatie Jeugdhulpgebruik en Schoolverzuim bij Gemeenten is onderzocht of er een relatie is tussen ongeoorloofd schoolverzuim en gemeenten met een hoog jeugdhulpgebruik.
Lees publicatie
Het Ministerie van VWS wil weten of er een relatie is –en zo ja, welke- tussen ongeoorloofd schoolverzuim en gemeenten met een hoog jeugdhulpgebruik. Het doel hiervan is om inzicht te verkrijgen in de invloed die gemeenten wellicht kunnen hebben op ongeoorloofd verzuim door te sturen op het gebruik van jeugdhulp.
Lees publicatieIn Friesland verliet 3,4 procent van de mbo’ers zonder startkwalificatie het onderwijs. In Noord- en Zuid-Holland was deze uitval meer dan 6 procent. Jongens met een niet-westerse achtergrond stoppen het vaakst met hun opleiding zonder dat ze een startkwalificatie hebben, meldt CBS.
Lees publicatie