In dit artikel wordt op basis van de Landelijke Jeugdmonitor de leefsituatie en het jeugdhulpgebruik van jongeren in Nederland in 2020 beschreven, zowel landelijk als op gemeenteniveau. Dit gebeurt aan de hand van een set maatschappelijke indicatoren en het jeugdhulpgebruik in een totaalcijfer. Over het algemeen is de verwachting dat hoe beter de leefsituatie van jongeren is, hoe lager het jeugdhulpgebruik. De afgelopen jaren was er op basis van de indicatoren echter sprake van een verbeterde leefsituatie van jongeren, terwijl het jeugdhulpgebruik toenam. Omdat deze tegengestelde bewegingen ingaan tegen de verwachtingen daarover, worden in dit artikel de maatschappelijke indicatoren en het jeugdhulpgebruik nader bekeken en ook op gemeenteniveau aan elkaar gerelateerd. Er blijkt alleen een matige samenhang te zijn van de indicatoren kinderen in een bijstandsgezin, geregistreerde verdachte jongeren en meldingen van kindermishandeling met het jeugdhulpgebruik. Deze samenhang is zwak voor derdejaarsleerlingen in het vmbo en werkzame jongeren. Op basis van deze eerste verkenning lijken de maatschappelijke indicatoren geschikt om een globaal beeld van de leefsituatie van jongeren te bieden maar zijn deze minder geschikt om te relateren aan het jeugdhulpgebruik in een gemeente.
Lees publicatie
In 2020, tijdens de coronapandemie, verliep het leven van jongeren anders dan in voorgaande jaren. In het voortgezet onderwijs gingen meer scholieren over en bijna alle eindexamenkandidaten haalden hun diploma. Er waren minder jongeren aan het werk, minder meisjes van 12 tot 18 jaar dronken weleens alcohol en onder jonge mannen waren er minder overmatige drinkers. Het aantal jongeren met jeugdzorg verminderde, het aantal meldingen van kindermishandeling nam daarentegen toe. Ook zeiden jongeren in 2020 minder vaak dan in 2019 gelukkig en tevreden met hun leven te zijn. Dat meldt het CBS in het vandaag verschenen Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor.
Lees publicatie
Het Jaarrapport 2021 van de Landelijke Jeugdmonitor geeft een overzicht van de leefsituatie van jongeren in Nederland. Hierin wordt aan de hand van een aantal maatschappelijke thema’s aandacht besteed aan ontwikkelingen en regionale verschillen. Hierbij komt ook de demografische situatie in Caribisch Nederland aan bod.
Lees publicatie
De financiële druk en groeiende wachtlijsten in de jeugdzorg vragen om een verkenning van verantwoorde alternatieven om jeugdzorg voor jongeren eerder af te schalen of om uitstroom zo verantwoord mogelijk te maken (Hilderdink et al., 2020). Meerdere onderzoekers beschrijven dat jongeren die jeugdzorg ontvangen baat hebben bij een steunend netwerk en doorgaande ondersteuning bij ontwikkeling naar zelfstandigheid of wanneer maatschappelijk participeren op eigen kracht niet of onvoldoende lukt (Artelloa et al., 2015; Boendermaker, Van Goor, & Jonkman, 2020). In het bijzonder bij de leeftijdsovergang van 18- naar 18+ als specialistische jeugdzorg wordt afgebouwd, maar ondersteuning vaak nog wel nodig is. Bij veel jongeren die opgroeien in kwetsbare situaties en jeugdzorg ontvangen ontbreekt een steunend netwerk (Boendermaker, Abu Ghazaleh, Fukkink, Mak, & Manders, 2021). Een gevolg hiervan kan zijn dat jongeren langer afhankelijk blijven van professionele hulp.
Lees publicatie
Jeugdhulpaanbieders leveren twee keer per jaar gegevens aan CBS over de jeugdhulp die zij bieden aan ouders en jongeren. Twee keer per jaar initieert het Ambtelijk voorbereidend overleg Beleidsinformatie Jeugd (ABJ), met daarin vertegenwoordigers van veldpartijen, gemeenten en departementen, nader onderzoek op basis van deze cijfers. Najaar 2020 is als een van de onderzoeksonderwerpen gekozen voor jeugdhulp in de wijk- of buurtteams. Doel van het onderzoek is om te achterhalen wat de fluctuerende cijfers over deze hulpvorm betekenen. Daartoe is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd bij 5 gemeenten die jeugdhulp in hun wijk- of buurtteams bieden. Het onderzoek bevat tevens een beschrijving van de organisatie van de wijk- of buurtteams en de wijze waarop deze 5 gemeenten de teams bekostigen en aansturen. Verder
wordt gekeken naar het type aanbod in de wijk- of buurtteams, inclusief veranderingen in de tijd en de levering van gegevens over dit aanbod aan CBS.
Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden. Onderdeel van de Jeugdwet is een regeling voor beleidsinformatie. Deze regeling bepaalt welke gegevens worden verwerkt, door wie, met welk doel, op welke wijze ze worden verstrekt en aan wie. De beleidsinformatie in de Jeugdwet betreft informatie over het jeugdhulpgebruik en de
inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Daartoe verstrekken jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen op persoonsniveau gegevens. Deze gegevens worden aangeleverd bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (Besluit Jeugdwet, artikel 7.5.1). Het CBS verwerkt deze gegevens tot statistieken en
rapportages en publiceert deze zodat iedereen daar gebruik van kan maken.
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Vanwege deze vergaande stelselwijziging ontstond er bij betrokken partijen de behoefte aan betrouwbare informatie om de ontwikkelingen in het veld beleidsmatig te kunnen volgen. Om een beleidsmatige basis mogelijk te maken, haalt het Ambtelijk voorbereidend overleg Beleidsinformatie Jeugd (ABJ) beleidsinformatie op bij jeugdhulpaanbieders en jeugdteams. Het CBS verwerkt deze gegevens en koppelt de informatie aan andere maatschappelijke gegevens. Hiermee stelt het CBS vervolgens jaarlijks een benchmark op. Deze benchmark is openbaar beschikbaar en wordt in allerlei onderzoeken wordt gebruikt.
Lees publicatie
‘BlueZones’ zijn gebieden ter grootte van een gemeente waar mensen lang, gezond en gelukkig leven. In dit onderzoek is deze visie toegepast om gemeenten te analyseren met een opvallend jeugdzorggebruik. Dit is gedaan vanuit de behoefte om te komen tot een lerend jeugdstelsel en nieuwe inzichten op te doen over de groeiende
vraag naar jeugdzorg. Minder jeugdzorg is geen doel op zich, maar het is inzichtgevend als duidelijk wordt hoe de inzet van jeugdzorg professionals (meer of minder dan voorspeld), samenhangt met belangrijke uitkomstmaten zoals aantal jongeren dat vastloopt op school, uit huis wordt geplaatst, gedwongen hulpverlening
ontvangt en/of overtredingen begaan.