In 2021 gaf 20 procent van de jongeren tussen de 18 en 30 jaar aan in de komende twee jaar beslist te willen verhuizen. Dat is lager dan in 2015, toen 26 procent zeker wilde verhuizen. Tegelijkertijd is het aandeel jongeren dat zegt wel te willen verhuizen, maar niets te kunnen vinden, meer dan verdubbeld: van 5 procent in 2015 naar 11 procent in 2021. Jongeren in de provincie Groningen zijn het vaakst geneigd te verhuizen. Dat meldt het CBS op basis van recent onderzoek naar de woonsituatie en -beleving van 18- tot 30-jarigen.
Lees publicatie
In dit artikel is de woonsituatie en woonbeleving van jongeren tussen de 18 en 30 jaar in de periode 2012-2021 onderzocht met gegevens uit het WoonOnderzoek Nederland (WoON). Steeds meer jongeren wonen (nog) bij hun ouders, en als ze op zichzelf wonen hebben ze minder vaak een koopwoning of corporatiewoning, maar huren ze vaker een woning van een private verhuurder. Tegelijk geven steeds meer jongeren aan dat ze het liefst naar een koopwoning willen verhuizen. Jongeren zeiden in 2021 vaker dan in eerdere jaren wel te willen verhuizen, maar geen woning te kunnen vinden. Dat gold vooral voor jongeren in de private huursector. De gemiddelde woonlasten van jongere huishoudens zijn tussen 2012 en 2021 afgenomen. Bij huishoudens in de private huursector zijn de woonlasten in deze periode wel gestegen. Het grootste deel van de 18- tot 30-jarige huishoudens is tevreden met hun woning en woonomgeving.
Lees publicatie
Op 1 januari 2021 woonde ruim een derde van de minderjarigen in eenouderhuishoudens in een meergezinswoning, zoals een appartement of een beneden- of bovenwoning. Dat is drie keer zo vaak als kinderen die bij twee ouders woonden. 40 procent van de ongeveer 3,2 miljoen thuiswonende kinderen woonde in een tussenwoning. In zeer sterk stedelijke gemeenten woonde 42 procent van de kinderen in een meergezinswoning. Dat meldt het CBS op basis van nieuw onderzoek in het kader van de Landelijke Jeugdmonitor.
Lees publicatieIn 2016 kregen 1 492 tieners in Nederland een kind. Dat waren er opnieuw minder dan een jaar eerder. Het aantal tienermoeders per duizend 15- tot 20-jarige meisjes was in Nederland het laagst van alle EU-landen. Dat meldt het CBS.
Lees publicatieOnderwerpen die in de Jeugdmonitor aan bod komen zijn gezinssituatie, wonen en veilig opgroeien, onderwijs, arbeid, alcoholgebruik en gezondheid, criminaliteit en jeugdzorg. Daarnaast besteedt de editie van 2017 aandacht aan de relatie tussen onderwijs en jeugdhulp, het welzijn van jongvolwassenen en de leefsituatie van jongeren in Caribisch Nederland.
Lees publicatieCBS-deskundige Tanja Traag licht de belangrijkste conclusies uit het Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor toe op het gebied van criminaliteit en bespreekt de verschillen tussen jongeren in Caribisch en Europees Nederland.
Lees publicatieIn de eerste zes maanden van 2017 hebben ruim 311 duizend jongeren van 0 tot 23 jaar jeugdhulp gekregen. Van de jongeren die een hulptraject begonnen, had 29 procent in de afgelopen vijf jaar al eerder jeugdhulp ontvangen. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS.
Lees publicatieDe Belastingdienst keerde in 2016 voor 823 duizend kinderen kinderopvangtoeslag uit, terwijl het in 2015 nog om 764 duizend kinderen ging. De buitenschoolse opvang (BSO) ving 441 duizend kinderen op, de dagopvang 437 duizend kinderen. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Lees publicatieVorig jaar kregen 367 duizend kinderen van 0 tot en met 17 jaar jeugdhulp. Dit komt overeen met bijna 11 procent van de kinderen van die leeftijd. Jeugdhulp bestaat uit het begeleiden en behandelen van jongeren met psychische problemen, een verstandelijke beperking of opvoedproblemen. Ruim een kwart van de jeugdhulpjongeren komt uit een eenoudergezin. Dat meldt het CBS op basis van onderzoek naar het gebruik van jeugdhulp in 2016.
Lees publicatieIn de rapportages Jeugdhulp en Jeugdbescherming en -reclassering presenteert CBS de voorlopige cijfers over jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering in 2016. Deze rapportages zijn vooral van waarde om op hoofdlijnen zicht te houden op landelijke en lokale trends in het gebruik van jeugdhulp en de toepassing van kinderbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen. Verder inzicht in de cijfers kan verkregen worden door nader onderzoek, waarbij de verschillen tussen gemeenten voor ogen worden gehouden.
Lees publicatie