Een op de zeven kinderen woont in eenoudergezin
In Nederland wonen 3,5 miljoen minderjarige jongeren. Een op de zeven van hen woont bij een van de ouders. Dit aandeel varieert sterk per gemeente.
Aandeel kinderen in eenoudergezin toegenomen
In 2013 groeide ruim 14 procent van de minderjarige thuiswonende kinderen op in een eenoudergezin, meestal bij de moeder. Het aandeel kinderen dat opgroeit in een eenoudergezin is de laatste jaren toegenomen, in 2003 lag dit nog op net 12 procent. Echtscheiding of samenwonende ouders die hun relatie verbreken is de belangrijkste reden voor deze gezinssituatie. Zo maken jaarlijks 9 op de duizend minderjarige kinderen de echtscheiding van hun ouders mee.
Hoog aandeel in grote steden
Het hoogste aandeel jongeren in eenoudergezinnen is te vinden in de grote steden. Zo woonde in 2013 in Amsterdam 27 procent en in Rotterdam 28 procent van de kinderen tot 18 jaar in een eenoudergezin. Met bijna 24 procent was dit aandeel ook groot in Heerlen en Capelle aan de IJssel. Staphorst en Urk daarentegen hebben met minder dan 4 procent het laagste aandeel minderjarigen in een eenoudergezin.
Aandeel 0- tot 18-jarige thuiswonende kinderen in een eenoudergezin, 2013
Ongeveer een derde van inwoners in Urk en Staphorst minderjarig
Een op de vijf Nederlanders was in 2013 jonger dan 18 jaar. Dat zijn 3,5 miljoen minderjarige jongeren. Vooral in de gemeenten Urk en Staphorst ligt het aandeel minderjarige jongeren veel hoger, met respectievelijk 36 en bijna 30 procent. Dit hoge percentage jongeren wordt deels veroorzaakt door een hoog geboorteoverschot en doordat jong volwassenen (18 jaar en ouder) voor studie of werk naar andere gemeenten vertrekken.
Veel gemeenten in Zuid-Limburg, Zeeland en het Oost-Groningen kennen een laag aandeel (19 procent of lager) jongeren. Dit heeft deels te maken met lage geboortecijfers, maar ook met vertrek van jongvolwassenen uit deze regio’s.
Aandeel 0- tot 18-jarigen in totale bevolking per gemeente, 1 januari 2013