In 2019 maakte 1,5 procent van alle minderjarige kinderen mee dat hun ouders uit elkaar gingen. Dat waren bijna 49 duizend kinderen, 6,5 duizend meer dan in 1999. Het aantal kinderen dat een scheiding meemaakte is tussen 2009 en 2019 minder hard gestegen dan tussen 1999 en 2009. Eind 2019 hadden 2 op de 10 minderjarigen ouders die niet samenwoonden. De kans dat een minderjarige de scheiding van zijn of haar ouders meemaakt is groter als het gezin een lagere welvaart kent. Dat meldt het CBS op basis van onderzoek in het kader van de Landelijke Jeugdmonitor.
Lees publicatie
Het aantal tienermeisjes dat moeder wordt, is in 2020 verder gedaald. Er werden 1 194 kinderen geboren met een moeder onder de twintig. In 2010 waren dat er nog ruim 2 500. Binnen de Europese Unie hoort Nederland bij de landen met het laagste aantal tienermoeders per duizend 15- tot 20-jarige meisjes. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
Lees publicatie
Wat behelst het onderzoek
Lees publicatie
Ongeveer 1 op de 100 kinderen woont hun hele jeugd in een eenouderhuishouden. Een derde brengt een deel van die periode in een eenouderhuishouden door. Bij 8 op de 10 kinderen die direct na de geboorte met één ouder wonen, verandert die huishoudenssituatie gedurende hun jeugd. Dat meldt het CBS op basis van onderzoek in het kader van de Jeugdmonitor.
Lees publicatie
Tijdens de coronacrisis in het voorjaar van 2020 konden kinderen enige tijd niet naar de kinderopvang. Ouders ontvangen naar verwachting gemiddeld 500 euro compensatie voor het doorbetalen van de eigen bijdrage. In totaal komen ongeveer 570 duizend toeslagontvangers in aanmerking voor deze compensatie. Het aantal ouders met recht op kinderopvangtoeslag is in 2019 verder toegenomen tot 656 duizend.
Lees publicatie
Nederlandse jongeren van 12 tot 25 jaar zijn vaardiger geworden in het gebruik van internet, computers en software ten opzichte van 2015. Op het deelgebied communicatie was het aandeel jongeren in 2019 met meer dan basisvaardigheden groter dan op andere deelgebieden. Jongens en meisjes verschillen niet in digitale vaardigheden, jongeren (12 tot 25 jaar) en jongvolwassenen (25 jaar of ouder) wel.
Lees publicatie