De arbeidsdeelname van jongeren is na een aanzienlijke daling in het tweede kwartaal van 2020 weer gestegen. De stijging deed zich echter alleen voor bij jongeren die onderwijs volgen. In het derde kwartaal van 2020 hadden 1,3 miljoen jongeren betaald werk. Dat is 62,1 procent van alle 15- tot 25-jarigen. Dat is wel een stuk lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Toen ging het nog om 66,2 procent. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Lees publicatie
Het doel van het onderzoek is om meer zicht te krijgen op de trends in de VOTS, en hoe deze verklaard kunnen worden.
Deze doelstelling is door de opdrachtgever vertaald naar de volgende onderzoeksvragen:
1. Welke trends zie je in de CBS cijfers (V)OTS in de afgelopen vijf jaar in de onderzochte regio’s en hoe verhoudt zich dat tot het landelijk beeld? En in hoeverre gaat het om een combinatie met jeugdhulp met en zonder verblijf?
2. Welke trends zijn zichtbaar bij de RvdK in spoed uithuisplaatsingen bij de start van een (V)OTS? Dit is namelijk een indicator voor de mate waarin tijdig een jeugdbeschermingstraject wordt gestart zonder dat sprake is van een ernstige escalatie (uithuisplaatsing).
3. Wat gebeurt er na beëindiging van een voorlopige maatregel? Welk deel van de VOTS wordt opgevolgd door een reguliere OTS en welk deel wordt beëindigd zonder opvolging van een maatregel? Welke rol speelt jeugdhulp met en zonder verblijf? Ontvangen deze jeugdigen na beëindiging van een voorlopige maatregel jeugdhulp?
Uit beleidsinformatie van het CBS (2020) blijkt dat de lokale teams in 2019 aan bijna 80.000 jongeren hulp hebben geboden. De gemiddelde duur van deze hulp is daarbij toegenomen. De toename van de trajectduur is beperkt ten opzichte van 2018 (+2%), maar is ten opzichte van 2016 aanzienlijk te noemen. Het gemiddeld aantal zorgdagen ligt in 2019 125 dagen hoger dan in 2016, een toename van 50%. Deze ontwikkelingen zijn voor het Ambtelijk vooroverleg Beleidsinformatie Jeugd (ABJ) aanleiding geweest om een onderzoek uit te voeren naar de toename van de gemiddelde trajectduur. Doel van het onderzoek is om inzicht te verwerven in de toegenomen trajectduur van ambulante jeugdhulp door lokale teams in de periode 2016 t/m 2019. In dit onderzoek zal geen waarde worden gehangen aan de gemiddelde duur van een traject. De duur van een traject zegt immers niet over de effectiviteit van een traject, of over de kwaliteit en/of intensiteit van de hulpverlening.
Lees publicatie
Aanleiding tot dit onderzoek is de constatering dat de jeugdhulp vijf jaar na de transitie nog steeds stijgt, en dat dit met name verband houdt met een langere gemiddelde trajectduur van de ambulante jeugdhulp. I&O Research heeft daar een eerste verkennend onderzoek naar gepubliceerd. Met voorliggend Nader Onderzoek wordt meer inzicht verworven in de trajectduur van ambulante jeugdhulp op locatie, die de grootste bijdrage levert aan de genoemde toename.
Lees publicatie
In de eerste zes maanden van 2020 kregen 356 duizend jongeren tot 23 jaar jeugdzorg. Hieronder vallen jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Er bestaan grote verschillen tussen gemeenten in het gebruik van jeugdzorg. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
Lees publicatie
In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdbescherming en jeugdreclassering in het eerste halfjaar van 2020.
Lees publicatie
In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2020.
Lees publicatie
Van de leerlingen die vier jaar geleden van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) kwamen, was 54 procent in 2018 doorgestroomd naar een andere vorm van onderwijs. Ze volgden na het vso met name een vmbo of mbo opleiding. Leerlingen met vso uitstroomprofiel ‘onderwijs’ gingen het vaakst door in het onderwijs. Van de leerlingen met het profiel ‘arbeidsmarkt’, en die niet doorgingen in onderwijs, had 40 procent 2 jaar na afstuderen een baan. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Lees publicatie
In 2019 overleden 617 van de 170 duizend levend geboren baby’s vóór hun eerste verjaardag. Het sterftecijfer onder zuigelingen ligt hiermee op 3,6 per duizend levendgeborenen, tegen 5,1 per duizend in 2000. Onder vrouwen jonger dan 20 jaar was de sterftekans van hun baby’s bijna drie keer zo hoog als gemiddeld. De zuigelingensterfte in Nederland ligt in lijn met het gemiddelde van de Europese Unie. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Lees publicatie
In de beleidsinformatie zien we een stijging van het jeugdhulpgebruik zonder verblijf. Deze stijging is
niet één op één te relateren aan de risicofactoren die samenhangen met het gebruik van jeugdhulp
zonder verblijf. Het ABJ heeft gevraagd nader onderzoek te doen naar deze stijging in relatie tot de
afbakening van het begrip jeugdhulpplicht in de Jeugdwet.
De centrale vraag in dit onderzoek is dan ook:
Is er een relatie te leggen tussen de stijging van het jeugdhulpgebruik zonder verblijf en de mate
van afbakening en reikwijdte van de jeugdhulpplicht (zoals deze in de jeugdwet is omschreven) door
gemeenten?