Jongeren blijven langer bij ouders thuis
De gemiddelde leeftijd waarop jongeren het ouderlijk huis verlaten en zelfstandig gaan wonen is tussen 2006 en 2016 gestegen van 23,6 jaar naar 24,6 jaar. Dat meldt CBS.
Zowel jongere als oudere adolescenten gaan later op zichzelf wonen. In 2006 woonde 85 procent van de 18-jarigen thuis en dat is gegroeid naar 88 procent in 2016. Onder de 24-jarigen steeg het percentage thuiswonenden in deze periode van 32 naar 36 procent. Jongeren stellen de datum waarop ze het ouderlijk huis verlaten uit en keren bovendien vaker terug.
Vooral jongeren tussen de 18 en 28 jaar zijn langer thuis gebleven, alleen bij de 20-jarigen zijn de thuiswonenden met minder dan 2 procent toegenomen.
Groep thuiswonenden groeit tot 1,74 miljoen
In 2006 telde Nederland 951 duizend bij hun ouders wonende jongeren van 18 tot en met 30 jaar en deze groep is gegroeid tot bijna 1,1 miljoen jongeren in 2016. Ruim vier tiende deel van deze groei van per saldo ruim 143 duizend personen is het gevolg van een bevolkingstoename. De resterende groep van per saldo ruim 76 duizend personen voegden zich bij de thuiswonenden omdat ze langer thuis bleven wonen of weer terugkeerden bij hun ouders.