Aandeel godsdienstige jongeren gedaald
Het aandeel jongeren van 15 tot 25 jaar dat zegt tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering te behoren is gedaald van 49 procent in 2010 naar 41 procent vijf jaar later. Onder jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) is deze daling het sterkst. Van alle jongeren zijn het met 56 procent vooral de protestantse jongeren die regelmatig een religieuze bijeenkomst bezoeken. Van de islamitische jongeren bezoekt 36 procent regelmatig een moskee. Dit meldt het CBS.
In 2015 zeggen vier op de tien jongvolwassenen godsdienstig te zijn. In 2010 was dit met 48 procent nog bijna de helft. Het aandeel minderjarige godsdienstige jongeren (15 tot 18 jaar) is gedaald van 51 procent in 2010 tot 45 procent in 2015.
Een op de zes jongeren is katholiek
De meeste jongeren zijn niet godsdienstig. Van de jongeren rekent zo’n 28 procent zich tot een christelijke en 8 tot een islamitische groepering. Van de jongeren beschouwt zich 17 procent als katholieke en 11 procent als protestants. Tot slot geeft 5 procent aan tot een andere religie, waaronder het jodendom, hindoeïsme of boeddhisme, of levensbeschouwelijke stroming te horen. De resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op een steekproef. De omvang van de groep respondenten is te klein om sommige gepresenteerde kerkelijke gezindten of levensbeschouwelijke groepering nader uit te splitsen naar onderliggende groeperingen.
Protestantse jongeren bezoeken het vaakst een kerkdienst
Dat jongeren aangeven godsdienstig te zijn betekent niet dat ze ook regelmatig een kerk, moskee of andere religieuze bijeenkomst bezoeken. 31 procent van de godsdienstige jongeren zegt minstens één keer per maand naar een bijeenkomst te gaan. Het aandeel kerkgangers is het hoogst onder protestantse jongeren. Ruim de helft (56 procent) van de protestantse jongeren zegt minstens één keer per maand een religieuze dienst te bezoeken. Van de islamitische jongeren gaat 36 procent regelmatig naar een moskee. Onder de katholieke jongeren is het aandeel dat minstens een keer per maand naar de kerk gaat met zes procent relatief laag.