75 duizend jongeren ver verwijderd van de arbeidsmarkt
Vier op de tien jongeren (15 tot 27 jaar) in Nederland die geen onderwijs volgen en geen werk hebben, zoeken niet naar werk en zijn ook niet direct beschikbaar voor werk (75 duizend). Arbeidsongeschiktheid en ziekte zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Voor jonge vrouwen is de zorg voor het gezin of huishouden ook een belangrijke reden. Jonge mannen gaven haast nooit de zorg voor het gezin en huishouden als reden op om niet op zoek te zijn naar werk en ook niet beschikbaar te zijn hiervoor.
Afstand tot de arbeidsmarkt
In 2014 hadden van de ruim 800 duizend niet-onderwijsvolgende jongeren van 15 tot 27 jaar er 183 duizend geen werk. Van deze groep jongeren zonder werk zoeken vier op de tien naar werk en zijn daarvoor direct beschikbaar (71 duizend). Hun afstand tot de arbeidsmarkt is klein te noemen. Daarnaast bestaat een groep die een middenpositie tot de arbeidsmarkt inneemt; zij zijn niet op zoek naar óf niet direct beschikbaar voor werk. Eén op de vijf jongeren zonder werk behoort hiertoe (37 duizend). Tot slot zijn er jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt; ruim vier op de tien jongeren zonder werk zoeken niet naar werk én zijn daarvoor ook niet direct beschikbaar (75 duizend).
Afgelopen jaren steeds meer jongeren ver van de arbeidsmarkt
Sinds 2011 stijgt het aantal jongeren dat ver van de arbeidsmarkt staat. Deze stijging doet zich zowel bij jonge mannen als bij jonge vrouwen voor.
Ziek of arbeidsongeschikt
Jongeren die niet op zoek zijn naar werk en ook niet beschikbaar zijn, geven het vaakst ziekte of arbeidsongeschiktheid als reden hiervoor aan (37 procent). Voor jonge vrouwen is de zorg voor het gezin of huishouden de tweede reden. Jonge mannen geven nagenoeg nooit de zorg voor het gezin of huishouden als reden op.
In de afgelopen tien jaar gaven jonge vrouwen steeds minder vaak de zorg voor het gezin of huishouden als reden aan om niet te zoeken naar en beschikbaar te zijn voor werk: 44 procent in 2005 en 24 procent in 2014. Ziekte of arbeidsongeschiktheid werd juist vaker genoemd (respectievelijk 30 procent en 44 procent). Het aantal jonge vrouwen dat als reden ziekte of arbeidsongeschiktheid opgaf, nam toe van 13 duizend in 2005 naar 17 duizend in 2014.
Jonge vrouwen en lager opgeleiden wat vaker een grote afstand tot de arbeidsmarkt
Jonge vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de groep jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Bij een middelgrote of kleine afstand tot de arbeidsmarkt is het aandeel mannen maar iets hoger dan het aandeel vrouwen. Jongeren met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt zijn over het algemeen wat lager opgeleid. Naar herkomstgroepering zijn er geen wezenlijke verschillen.