Voortijdig schoolverlaters, achtergrondkenmerken
Wat behelst het onderzoek
Doel
De statistiek over voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) geeft enerzijds inzicht in de achtergrondkenmerken van voortijdig schoolverlaters in vergelijking tot niet-voortijdig schoolverlaters en anderzijds in de bestemming ná schoolverlaten. Het gaat hierbij om de nieuwe voortijdig schoolverlaters in een schooljaar, ook wel de jaarlijkse aanwas genoemd. De tabellen naar achtergrondkenmerken tonen verdelingen naar kenmerken van de personen en het huishouden waartoe zij behoren en het al dan niet verdacht zijn van een misdrijf. De tabellen over de bestemming ná schoolverlaten geven inzicht in de arbeidsmarktpositie van voortijdig schoolverlaters in vergelijking tot schoolverlaters mét startkwalificatie, zoals het hebben van een baan of uitkering, inkomsten uit arbeid of uitkering en baankenmerken.
Doelpopulatie
Alle personen die op 1 oktober van een schooljaar (het basisjaar) staan ingeschreven in het door de overheid bekostigde voortgezet onderwijs (vo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo; inclusief examendeelnemers) en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) en op dat moment en op 1 oktober een jaar later (het bestemmingsjaar) staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). Uitgezonderd personen die in het basis- en/of bestemmingsjaar staan ingeschreven in het praktijkonderwijs, de Engelse Stroom, het Internationaal Baccalaureaat, de volwasseneneducatie of het speciaal onderwijs. Ook personen die op 1 oktober van het bestemmingsjaar een vrijstelling van de leerplicht hebben, maken geen deel uit van de doelpopulatie.
Voor het schooljaar 2004/’05 zijn geen gegevens beschikbaar over de vmbo-afdelingen van Agrarische Opleidingscentra (AOC’s) en over de vavo-deelnemers, waardoor deze groepen geen deel uitmaken van de doelpopulatie over de periode 2004/’05.
Statistische eenheid
Personen.
Aanvang onderzoek
Over het voortijdig schoolverlaten zijn door het CBS voor het eerst cijfers gepubliceerd over 2004/’05. Dit zijn de personen die onderwijs volgden op 1 oktober 2004 en niet meer op 1 oktober 2005.
Frequentie
Jaarlijks.
Publicatiestrategie
Jaarlijks worden eerst voorlopige cijfers gepubliceerd, die vervolgens worden vervangen door definitieve cijfers. Bij tabellen over de bestemming ná schoolverlaten worden direct definitieve cijfers gepubliceerd.
Hoe wordt het uitgevoerd
Soort onderzoek
Beschrijvend onderzoek op basis van registerinformatie.
Waarnemingsmethode
De gegevens over leerlingen en diploma's zijn afkomstig uit verplichte elektronische gegevensverstrekkingen aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) door onderwijsinstellingen bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en het Ministerie van Economische Zaken (EZ). Door de bestanden van twee opeenvolgende schooljaren te koppelen, kunnen de voortijdig schoolverlaters en de niet-voortijdig schoolverlaters worden afgeleid. Een uitgebreide uitleg over de berekening van voortijdig schoolverlaters en de bronnen die daarvoor gebruikt worden, staat op de website van het CBS in de Methodebeschrijving afbakening voortijdig schoolverlaters.
Berichtgevers
Het CBS ontvangt van DUO bestanden met de door hen verzamelde gegevens over ingeschrevenen en geslaagden in het vo, mbo, vavo en het hoger onderwijs (ho).
Steekproefomvang
Niet van toepassing.
Controle- en correctiemethoden
DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zo nodig in overleg met hen verbeteringen aan in het bronbestand. Dezelfde procedure voert DUO ook uit bij het samenstellen van de ééncijferbestanden. Na ontvangst worden door het CBS aan deze bronbestanden persoonsgegevens uit het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) gekoppeld.
Weging
Niet van toepassing.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Nauwkeurigheid
Het vo betreft in het basisjaar uitsluitend door het Ministerie van OCW en door EZ gesubsidieerd voltijdonderwijs. Voor het schooljaar 2004/’05 zijn echter geen gegevens beschikbaar over de vmbo-afdelingen van Agrarische Opleidingscentra (AOC’s). Het praktijkonderwijs en voortgezet onderwijs aan speciale scholen is in het basis- en bestemmingsjaarjaar buiten beschouwing gelaten, omdat dit type onderwijs niet opleidt tot een startkwalificatie. Leerlingen Engelse Stroom en Internationaal Baccalaureaat zijn evenmin in de cijfers van het basis- en bestemmingsjaar opgenomen, omdat van deze leerlingen bij het CBS geen diplomagegevens bekend zijn, waardoor het aantal voortijdig schoolverlaters in deze groepen zou worden overschat. De vulling van de examengegevens in het voortgezet onderwijs die zijn gebruikt voor de schooljaren 2003/’04 en 2004/’05 wordt geschat op 95-97 procent.
Van het vavo zijn voor het schooljaar 2004/’05 geen registraties beschikbaar. De vavo-deelnemers zijn daarom niet opgenomen in de startpopulatie van 2004/’05. De vulling van de inschrijfgegevens vavo wordt voor 2005/'06 geschat op 92 procent.
Bij het mbo worden ook deelnemers meegenomen die slechts staan ingeschreven voor het doen van examens. Ook voor de bepaling of een deelnemer op 1 oktober van het bestemmingsjaar nog door de overheid bekostigd onderwijs volgt, worden de gegevens van deze examendeelnemers meegenomen. De vulling van de inschrijfgegevens mbo wordt voor 200/'05 geschat op 91 procent. De vulling van de examengegevens mbo wordt voor 2004/’05 geschat op 76 procent en voor 2005/’06 op 96 procent.
Doordat verschillende bestanden in het eerste verslagjaar niet volledig zijn en door administratieve onvolkomenheden, wordt het aantal personen dat teruggevonden wordt in de onderwijsbestanden in het bestemmingsjaar onderschat. Daarmee wordt het aantal personen dat volgens de berekeningen wordt beschouwd als voortijdig schoolverlater in het eerste verslagjaar overschat. Daarnaast is het mogelijk dat iemand particulier onderwijs volgt of onderwijs in het buitenland. Bij de bepaling van voortijdig schoolverlaters wordt hier geen rekening mee gehouden. Ook hierdoor kan het voorkomen dat iemand als voortijdig schoolverlater wordt beschouwd, terwijl deze persoon in werkelijkheid toch nog een opleiding volgt.
Om inzicht te geven in de achtergrondkenmerken van de groep voortijdig schoolverlaters in vergelijking tot de groep niet-voortijdig schoolverlaters, worden alleen de personen weergegeven die zowel op 1 oktober van het basis- als van het bestemmingsjaar tot de GBA-bevolking behoren. Dit is nodig vanwege de koppeling met achtergrondkenmerken uit andere registraties en om de vergelijking tussen de beide groepen zuiver te houden. Het aantal personen in de onderzoekspopulatie wijkt hiermee af van het totaal aantal personen in het vo, mbo en vavo en geeft ook niet het totaal aantal voortijdig schoolverlaters in Nederland weer.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
Cijfers tot en met 2012/’13 'oude methode' zijn vergelijkbaar in de tijd evenals cijfers vanaf 2012/’13 'nieuwe methode'. Verschillen in aantallen tussen 2004/’05 enerzijds en 2005/’06 tot en met 2012/’13 'oude methode' anderzijds kunnen mede worden verklaard door een betere vulling van de gebruikte databestanden. Vanaf 2012/’13 is de wijze waarop de doelpopulatie wordt afgebakend veranderd. De nieuwe wijze van afbakenen staat hierboven beschreven. Eerder werden personen die op 1 oktober van het bestemmingsjaar een inschrijving hadden in het praktijkonderwijs, de Engelse Stroom of het Internationaal Baccalaureaat wel tot de onderwijsvolgenden gerekend. En personen die op 1 oktober van het bestemmingsjaar een inschrijving hadden in het speciaal onderwijs werden niet tot de onderwijsvolgenden gerekend, maar maakten wel deel uit van de populatie. Ook werd, door het ontbreken van een geschikte registratie, eerder geen rekening gehouden met vrijstellingen van leerplicht.
Beschrijving kwaliteitsstrategie
De door DUO geleverde bestanden worden na binnenkomst nogmaals door specialisten van het CBS gecontroleerd. Zo nodig worden in onderling overleg alsnog verbeteringen in het bronbestand aangebracht.