Participatie van jongeren

De mate waarin jongeren betrokken zijn bij de maatschappij wordt in dit artikel gemeten door te kijken naar drie verschillende terreinen: sociale, maatschappelijke en politieke participatie.

Sociale participatie is geoperationaliseerd als de frequentie van contacten met familie en vrienden.

Maatschappelijke participatie is geoperationaliseerd als het doen van vrijwilligerswerk. Hierbij is aan respondenten gevraagd of zij zich tijdens het afgelopen jaar hebben ingezet als vrijwilliger met de keuze uit 13 verschillende soorten organisaties en verenigingen (jeugdwerk, school, verzorging, sportvereniging, culturele vereniging, hobbyvereniging, levensbeschouwelijke organisatie, arbeidsorganisatie, politieke organisatie, organisaties op gebied van hulpverlening, wonen, of de buurt, of een andere organisatie).

Politieke participatie is geoperationaliseerd als interesse in politiek en actieve betrokkenheid bij de politiek. Hiervoor is aan respondenten gevraagd of zij in de afgelopen vijf jaar een of meer van de volgende dingen hebben gedaan om iets politiek aan de orde te stellen:

  • de radio, televisie of krant ingeschakeld;

  • een politieke partij of organisatie ingeschakeld;

  • meegedaan aan een door de overheid georganiseerde inspraakbijeenkomst, hoorzitting of discussiebijeenkomst;

  • contact opgenomen met een politicus of ambtenaar;

  • meegedaan aan een actiegroep;

  • meegedaan aan een protestactie, protestmars of demonstratie;

  • meegedaan aan een handtekeningenactie;

  • via internet, e-mail of SMS meegedaan aan een politieke discussie of actie;

  • iets anders gedaan om iets politiek aan de orde te stellen.

De cijfers over sociale en maatschappelijke participatie hebben betrekking op jongeren van 15 tot 25 jaar.
De cijfers over politieke participatie hebben betrekking op jongeren van 18 tot 25 jaar.